ECLI:NL:RBZWB:2025:8350
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke zaak tussen Kolibrie Payrolling B.V. en UWV
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 november 2025, wordt het verzoek van Kolibrie Payrolling B.V. om een veroordeling van het UWV in de proceskosten beoordeeld. Verzoekster heeft haar beroep ingetrokken nadat het UWV op 20 mei 2025 alsnog had beslist op haar bezwaar, dat was ingediend op 16 april 2024. De rechtbank heeft het UWV de gelegenheid gegeven om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling, waarop het UWV akkoord ging met de veroordeling in de proceskosten, maar vroeg de rechtbank rekening te houden met de zwaarte van de zaak.
De rechtbank heeft zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling. De rechtbank oordeelt dat het UWV geheel aan verzoekster is tegemoetgekomen door tijdig te beslissen op het bezwaar. Daarom wijst de rechtbank het verzoek om proceskostenveroordeling toe. Verzoekster krijgt een vergoeding van haar proceskosten van € 453,50, omdat de gemachtigde van verzoekster een beroepschrift heeft ingediend en de zaak enkel over de overschrijding van de beslistermijn ging. Daarnaast moet het UWV het door verzoekster betaalde griffierecht van € 385,- vergoeden.
De uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, in aanwezigheid van L.J. Sijtsma, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.