ECLI:NL:RBZWB:2025:835
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
Op 18 februari 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak BRE 24/4860, waarin belanghebbende, een inwoner van Hongarije, beroep heeft ingesteld tegen een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en een opgelegde boete. Het beroep was gericht tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst van 17 juni 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat belanghebbende het verschuldigde griffierecht van € 51,- niet heeft betaald. De rechtbank heeft in haar beoordeling aangegeven dat het niet tijdig betalen van het griffierecht niet verontschuldigbaar is, aangezien belanghebbende geen goede reden heeft opgegeven voor het verzuim.
De griffier heeft belanghebbende op 18 juni 2024 en opnieuw op 9 september 2024 gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, met een termijn van vier weken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aangetekende brief op 18 september 2024 is bezorgd, maar dat belanghebbende het griffierecht niet tijdig heeft voldaan. Hierdoor heeft de rechtbank geen inhoudelijke beoordeling van het beroep kunnen maken en blijft het bestreden besluit van de inspecteur in stand. De rechtbank heeft besloten het beroep niet-ontvankelijk te verklaren, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.