ECLI:NL:RBZWB:2025:8326

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 november 2025
Publicatiedatum
26 november 2025
Zaaknummer
BRE 25/2757
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het beroep tegen het niet tijdig beslissen door het UWV op de aanvraag tot herbeoordeling van arbeidsongeschiktheid

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres, [eiseres] B.V., tegen het niet tijdig beslissen van het UWV op de aanvraag van 10 januari 2025 tot herbeoordeling van de mate van arbeidsongeschiktheid van [ex-werknemer], een (ex-)werknemer van eiseres. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de gemachtigde van eiseres, [gemachtigde], geen uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel (KvK) heeft ingediend van [eiseres] B.V. en dit verzuim niet heeft hersteld. Dit is in overeenstemming met artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de rechtbank in staat stelt om zonder zitting uitspraak te doen.

De rechtbank legt uit dat wanneer iemand beroep instelt namens een rechtspersoon, het noodzakelijk is om een uittreksel uit het handelsregister te overleggen. Dit is om te kunnen vaststellen of de bestuurder bevoegd is om iemand namens de rechtspersoon te machtigen. In dit geval heeft [gemachtigde] een KvK-uittreksel van [bedrijf 1] B.V. ingediend, maar hierin komt [eiseres] B.V. niet voor. De rechtbank heeft [gemachtigde] op 16 juli 2025 verzocht om dit verzuim binnen twee weken te herstellen, maar in plaats daarvan heeft zij een uittreksel van [bedrijf 2] N.V. gestuurd, waarin [eiseres] B.V. wederom niet voorkomt. Hierdoor blijft het verzuim bestaan.

Omdat [gemachtigde] geen reden heeft gegeven voor het verzuim, is er geen verontschuldiging voor het ontbreken van het benodigde uittreksel. De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 25/2757

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 november 2025 in de zaak tussen

[eiseres] B.V., uit [plaats 1] , eiseres

(gemachtigde: [gemachtigde] ),
en
De Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, het UWV.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen het niet tijdig beslissen van het UWV op de aanvraag van 10 januari 2025 tot herbeoordeling van de mate van arbeidsongeschiktheid van [ex-werknemer] , een (ex-)werknemer van eiseres.
1.1.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat [gemachtigde] geen uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel (KvK) heeft ingediend van [eiseres] B.V. en dat verzuim niet heeft hersteld. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader
3. Als iemand beroep instelt namens een rechtspersoon, dan moet hij ook een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel overleggen, zodat de rechtbank kan vaststellen of een bestuurder bevoegd is om iemand namens de rechtspersoon te machtigen. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaren. [1]
Is een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel overgelegd?
4. Het beroepschrift is ingediend door [gemachtigde] . Zij vermeldt daarin dat zij de gemachtigde is van [eiseres] B.V. Zij heeft bij het beroepschrift een KvK-uittreksel bijgevoegd van [bedrijf 1] B.V. te [plaats 2] . In dit uittreksel zijn vele handelsnamen genoemd, maar niet die van [eiseres] B.V.
4.1.
De rechtbank heeft haar in haar brief van 16 juli 2025 verzocht om binnen twee weken dit verzuim te herstellen. [gemachtigde] heeft vervolgens een KvK-uittreksel toegezonden van [bedrijf 2] N.V. Ook in dit uittreksel komt [eiseres] B.V. niet voor. Hiermee blijft het verzuim bestaan.
Is het verzuim verontschuldigbaar?
5. [gemachtigde] heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken. Uit het beroepschrift blijkt dat [gemachtigde] niet de bedoeling heeft voor zichzelf in beroep te komen.

Conclusie en gevolgen

6. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en dat het bestreden besluit in stand blijft. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, in aanwezigheid van
I. Ambachtsheer, griffier, op 21 november 2025 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Dit staat in artikel 6:6 van de Awb.