ECLI:NL:RBZWB:2025:832

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
18 februari 2025
Publicatiedatum
17 februari 2025
Zaaknummer
BRE 23/11041
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbinding van eiseres

In deze zaak heeft eiseres, een B.V., beroep ingesteld tegen een uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst. De rechtbank Oost-Brabant heeft het beroepschrift doorgezonden naar de rechtbank Zeeland-West-Brabant, omdat deze rechtbank bevoegd is. Het beroep betreft een naheffingsaanslag omzetbelasting. Eiseres is echter ontbonden met ingang van 25 juli 2023, wat betekent dat zij op het moment van het indienen van het beroep op 18 september 2023 niet meer bestond. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres door haar ontbinding geen rechtshandelingen meer kon verrichten, waaronder het instellen van beroep. De rechtbank heeft het standpunt van de gemachtigde dat de vennootschap nog bestaat, niet gevolgd, omdat er geen bewijs is dat de vereffening is heropend. Hierdoor is het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen inhoudelijke beoordeling van de zaak gedaan en heeft bepaald dat eiseres geen griffierecht terugkrijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak is gedaan door mr. drs. S.J. Willems-Ruesink, rechter, en is openbaar gemaakt op 18 februari 2025.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 23/11041

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 februari 2025 in de zaak tussen

[eiseres] B.V., uit [plaats], eiseres

(gemachtigde: mr. M.F.J. Martens),
en

de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.

Inleiding en feiten

1. Eiseres heeft tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van
16 augustus 2023 beroep ingesteld bij de rechtbank Oost-Brabant. Die heeft het beroepschrift doorgezonden naar de rechtbank Zeeland-West-Brabant, omdat deze rechtbank bevoegd is het beroepschrift te behandelen. Het beroep ziet op de naheffingsaanslag omzetbelasting met aanslagnummer [nummer]F.01.0501.
1.1.
In het handelsregister van de Kamer van Koophandel is geregistreerd dat eiseres is ontbonden met ingang van 25 juli 2023. De aanleiding van de ontbinding is ontbinding door de Kamer van Koophandel. [1]
1.2.
Eiseres heeft op 18 september 2023 beroep ingesteld.
1.3.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak
zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. Naar het oordeel van de rechtbank is het beroep niet-ontvankelijk. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
2.1.
De rechtbank overweegt dat eiseres door haar ontbinding, bij gebrek aan baten, op 25 juli 2023 is opgehouden te bestaan [2] . Het beroep bij de belastingrechter is door gemachtigde namens eiseres ingesteld op 18 september 2023. Op dat moment bestond eiseres niet meer. Eiseres kon op dat moment geen rechtshandelingen meer verrichten, zoals het instellen van beroep. De rechtbank kan het standpunt van gemachtigde dat de vennootschap nog altijd bestaat gelet op de stukken in het dossier niet volgen.
2.2.
Eiseres stelt dat de uitschrijving uit het handelsregister een ambtshalve maatregel is, die door de vennootschap ongedaan kan worden gemaakt. Er is evenwel niet gesteld of gebleken dat de vereffening op enig moment is heropend [3] . Gelet hierop kon eiseres geen beroep instellen en wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

Conclusie en gevolgen

3. Het beroep is niet-ontvankelijk. De rechtbank beoordeelt dus de zaak niet inhoudelijk. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. S.J. Willems-Ruesink, rechter, in aanwezigheid van
mr. W. Dekkers, griffier, op 18 februari 2025 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier, De rechter,
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 2:19, eerste lid, onderdeel e en artikel 2:19a van het Burgerlijk Wetboek.
2.Zie hiervoor artikel 2:19, eerste en vierde lid van het Burgerlijk Wetboek.
3.Zie hiervoor artikel 23c van het Burgerlijk Wetboek.