ECLI:NL:RBZWB:2025:8291

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 november 2025
Publicatiedatum
25 november 2025
Zaaknummer
24/7314
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag langdurige zorg op basis van de Wet langdurige zorg (Wlz) voor een 38-jarige vrouw met complexe medische klachten

Deze uitspraak betreft de afwijzing van de aanvraag van eiseres voor zorg op basis van de Wet langdurige zorg (Wlz). Eiseres, een 38-jarige vrouw met een complexe medische geschiedenis, waaronder borderline persoonlijkheidsstoornis, hypermobiliteit, fibromyalgie en voedingsmiddelenintolerantie, heeft een aanvraag ingediend voor 24 uur per dag zorg in de nabijheid. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 14 oktober 2025, waarbij eiseres digitaal aanwezig was, samen met haar gemachtigde en mentor. Het CIZ, vertegenwoordigd door mr. J.E. Koedood en mr. J.L. Bruins, heeft de aanvraag afgewezen, stellende dat er geen blijvende behoefte aan 24-uurszorg kon worden vastgesteld. De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiseres beoordeeld en geconcludeerd dat de zorgbehoefte van eiseres grotendeels kan worden ondervangen met planbare zorg. De rechtbank oordeelt dat de medische adviezen van het CIZ zorgvuldig zijn en dat er geen noodzaak is voor 24 uur per dag zorg in de nabijheid om ernstig nadeel te voorkomen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 24/7314 WLZ

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 november 2025 in de zaak tussen

[eiser] , uit [plaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. I.E. Mussche),
en

de Raad van Bestuur van het CIZ, het CIZ.

Samenvatting

1. Deze uitspraak gaat over de afwijzing van de aanvraag van eiseres voor zorg op basis van de Wet langdurige zorg (Wlz). Eiseres is het hier niet mee eens en voert daartoe een aantal beroepsgronden aan. Aan de hand van deze beroepsgronden beoordeelt de rechtbank of het CIZ de aanvraag op goede gronden heeft afgewezen.
1.1.
De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat het beroep ongegrond is. Dit betekent dat eiseres geen gelijk krijgt. De rechtbank is met het CIZ van oordeel dat eiseres veel planbare zorg nodig heeft en dat eiseres op relevante momenten kan alarmeren en op hulp kan wachten, zonder dat ze daarbij ernstig nadeel zal lijden. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Relevante feiten en omstandigheden

2. Eiseres is een 38-jarige vrouw, bekend met onder andere borderline persoonlijkheidsstoornis, hypermobiliteit, fibromyalgie en voedingsmiddelenintolerantie. Na het ondergaan van manuele therapie in 2020 heeft zij acute nekklachten ontwikkeld en sindsdien is er sprake van toenemende fors invaliderende lichamelijke klachten. Daarnaast is er sprake van extreme gevoeligheid voor prikkels als geluid, licht, aanraking, geuren en inspanning. Eiseres is bedlegerig en wordt verzorgd door haar mentor en vrijwilligers. De mentor van eiseres heeft op 11 november 2023 een aanvraag gedaan op grond van de Wlz.

Procesverloop

3. Het CIZ heeft deze aanvraag met het besluit van 31 januari 2024 afgewezen. Met het bestreden besluit van 19 september 2024 op het bezwaar van eiseres is het CIZ bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
3.1.
Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. Het CIZ heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
3.2.
De rechtbank heeft het beroep op 14 oktober 2025 op zitting behandeld. Hieraan heeft eiseres (kort) digitaal deelgenomen. Namens haar waren haar gemachtigde en [mentor] aanwezig. Het CIZ werd vertegenwoordigd door mr. J.E. Koedood en mr. J.L. Bruins .

Beoordeling door de rechtbank

Standpunt van het CIZ
4. Het CIZ stelt zich op het standpunt dat een blijvende behoefte aan 24 uur per dag zorg in de nabijheid bij eiseres niet kan worden vastgesteld. Er is geen passende verklaring gevonden voor de sterk invaliderende lichamelijke klachten, waardoor de gerapporteerde beperkingen onvoldoende geobjectiveerd kunnen worden. Uitgaande van de door eiseres vermelde klachten heeft te gelden dat de insults spontaan eindigen en dat eiseres daarna in staat is om zo nodig te alarmeren. Er is daarom geen risico op ernstig nadeel als gevolg van deze insults. Alleen valgevaar is hiervoor niet voldoende. Wel is duidelijk dat er sprake is van een grote zorgbehoefte. Dit kan echter ondervangen worden met planbare zorg. Tot slot kan, hoewel daar strikt genomen niet aan wordt toegekomen, de blijvendheid van de zorgbehoefte niet worden vastgesteld, omdat de beperkingen mogelijk nog kunnen afnemen na de voorgestelde behandelingen.
Beroepsgronden
5. Volgens eiseres is zij wel aangewezen op Wlz-zorg, omdat sprake is van een blijvende behoefte aan 24 uur per dag zorg in de nabijheid om ernstig nadeel te voorkomen. Eiseres heeft aangevoerd dat de afwezigheid van ernstig nadeel na een insult niet aannemelijk is gemaakt door de medisch adviseur van het CIZ. Op het moment dat zij een insult krijgt, is ze niet in staat om hulp in te roepen, dan wel persoonsalarmering te activeren. Gezien haar lichamelijke kwetsbaarheid (zeker ná de operatie in [land]) kan een val grote gevolgen hebben. Verder is eiseres vanwege haar fysieke toestand en hoge prikkelgevoeligheid niet in staat om behandeling te volgen. Daarom stelt eiseres zich op het standpunt dat de actuele zorgbehoefte blijvend is. Voor zover behandeling al mogelijk zou zijn, wil dat niet zeggen dat na het volgen van deze behandelingen geen sprake meer zou zijn van 24 uur per dag zorg in de nabijheid. Tot slot heeft de medisch adviseur gewezen op een bepaalde behandeling, zonder concreet aan te geven of en waarom dit voor eiseres een passend traject zou zijn en zonder concreet aan te geven tot welke niveau eiseres na het doorlopen van dit traject zou kunnen verbeteren. Daar is onvoldoende onderzoek naar gedaan.
Het medisch onderzoek van het CIZ
6. In de primaire besluitvormingsfase heeft de medisch adviseur van het CIZ [persoon] onderzoek gedaan, waarbij het door eiseres overgelegde medisch dossier is betrokken. Verder heeft een huisbezoek plaatsgevonden door een onderzoeker van het CIZ. De medisch adviseur overweegt in het rapport van 26 januari 2024 dat er sprake is van onder meer borderline persoonlijkheidsstoornis, hypermobiliteit, fibromyalgie en voedingsmiddelenintolerantie. Er is sprake van toenemende fors invaliderende lichamelijke problematiek na manuele therapie in 2020. Ook is er sprake van extreme gevoeligheid voor vele prikkels, zoals geluid, licht, aanraking, geuren en inspanning (bijvoorbeeld zitten of lang staan). Een aanval/reactie op een prikkel (in de vorm van spasmen, uitval of wegrakingen) duurt 5 tot 30 minuten. Eiseres is bedlegerig en komt weinig buiten. Ze kan wel kleine stukjes huis zelfstandig lopen. Ze valt gemiddeld twee keer per week flauw en gaat vaak zelf al liggen als ze het voelt. Ze kan daarnaast bijna niets eten vanwege haar intoleranties. Een vrijwilliger of haar mentor koken voor haar en zetten het eten in een koelbox naast haar bed. Eiseres warmt dit vervolgens op in de magnetron, eveneens naast haar bed. Daarnaast is er huishoudelijke hulp en thuiszorg voor het geven van vitamine B-injecties. Eiseres is in staat om hulp te vragen, behalve als ze flauwvalt. Ze ligt dan een tijdje op de vloer en als het gaat, staat ze weer op. Eiseres is uitgebreid onderzocht en behandeld door verschillende specialisten, echter er is geen passende verklaring gevonden voor de sterk invaliderende klachten. De medisch adviseur concludeert dat er sprake is van de grondslagen somatische aandoening en psychische stoornis. De gerapporteerde ernstige beperkingen kunnen echter onvoldoende geobjectiveerd worden aan de hand van de medische gegevens. Daarom kan de noodzaak tot 24 uurs zorg in de nabijheid niet worden onderbouwd. Daarnaast kunnen behandelmogelijkheden (zoals IMSR) nog tot verbetering leiden, zodat niet gesproken kan worden over een blijvende situatie.
6.1.
In de bezwaarfase heeft [medisch adviseur] de reeds beschikbare en nader overgelegde medische informatie bestudeerd. Ook heeft een juridisch medewerker van het CIZ telefonisch informatie ingewonnen bij de mentor van eiseres. In de rapportage van 17 juni 2024 heeft de medisch adviseur geconcludeerd dat sprake is van de grondslag psychische stoornis als gevolg van een borderline persoonlijkheidsstoornis en de grondslag somatische aandoening op basis van onder meer de diagnoses astma, psoriasis, fibromyalgie en allergische rinitis. Er is overwogen dat er de afgelopen jaren sprake is van een grote mate van deconditionering, wat een groot deel van de klachten kan verklaren. Het koken en andere huishoudelijke taken betreffen een planbare zorgbehoefte. De insults en het flauwvallen bij prikkeling komen niet naar voren in de medische informatie en kunnen dus ook niet geduid en geobjectiveerd worden. De aanvallen eindigen spontaan en zonder interventie van een ander of medicatie. Daarom is er geen noodzaak voor 24 uur zorg in de nabijheid om ernstig nadeel te voorkomen, omdat er geen ernstig nadeel als gevolg van deze insults optreedt. De insults eindigen spontaan en eiseres is daarna in staat om zo nodig te alarmeren. Als eiseres ten val komt, kan ze zelf weer opstaan en zo nodig hulp inschakelen.
Het instellen van 24 uurszorg gericht op het voorkomen van valaccidenten is niet passend. Een zorginstelling heeft immers ook niet de mogelijkheid om continue toezicht te bieden en een val te allen tijde te voorkomen. Het inplannen van planbare zorg op meerdere momenten op de dag en passende persoonsalarmering is hierbij voorliggend ter voorkoming van ernstig nadeel en het binnen korte tijd signaleren van problemen. Tot slot is overwogen dat de blijvendheid niet vast is komen te staan. Er is een vervolgbehandeling geadviseerd voor de psychische problematiek, te weten traumabehandeling vanuit persoonlijkheidsbehandeling of schematherapie. Voor de nekklachten en bijkomende verschijnselen is een revalidatietraject nog een mogelijkheid.
6.2.
In een aanvullend rapport van 15 augustus 2024 heeft de medisch adviseur gereageerd op hetgeen is aangevoerd door de mentor van eiseres. Zodanig ernstige beperkingen waardoor eiseres geen (online) behandeling meer zou kunnen ondergaan of een eenvoudige alarmknop in kan drukken, kunnen medisch gezien vanuit de in Nederland vastgestelde diagnoses niet worden onderbouwd en geobjectiveerd. Dat een val tot blijvend letsel aan ruggengraat en zenuwstelsel zou kunnen leiden, gelet op de instabiliteit van de rug en nek, wordt niet bevestigd in de medische informatie. Op een recent verrichte MRI van de gehele wervelkolom werd geen afwijking of aanwijzing voor pathologie als verklaring voor de klachten gezien. Dat de planbare zorg in de praktijk lastig te realiseren is, komt niet voort uit een intensieve of specialistische zorgvraag, maar heeft te maken met het afzeggen door eiseres, dat men haar niet echt kon helpen (behalve spullen klaarzetten) en de werkomstandigheden in het donker. Het instellen van 24 uurszorg is daarbij niet passend. Tot slot heeft de medisch adviseur eiseres geadviseerd om zich te wenden tot een Nederlandse BIG-geregistreerde behandelaar, omdat er medisch gezien aanvullende diagnostiek aangewezen is, gelet op de gestelde verslechtering van het klinische beeld.
6.3.
In een aanvullend rapport van 2 oktober 2025 heeft de medisch adviseur gereageerd op de door eiseres in beroep overgelegde medische informatie uit [land], waaruit onder meer diagnostiek volgt en blijkt dat zij in april 2024 aan haar wervelkolom is geopereerd. De nieuwe informatie geeft geen aanleiding voor een veranderde medische zienswijze. De diagnostiek en operatie is afkomstig van een buitenlandse niet-BIG geregistreerde arts, waarvan de kwaliteit van het werk niet volgens de in Nederland geldende standaarden getoetst kan worden. Daarnaast wordt er nu een diagnose gesteld op basis van beeldvorming van de wervelkolom, terwijl bij beeldvorming in Nederland in april 2024 geen pathologie werd gezien. Er kan daarom niet gesteld worden dat de nu gestelde diagnoses ten tijde het beeldvormend onderzoek in Nederland al aan de orde waren of voorzien hadden kunnen worden. Er is namelijk geen onderliggend ziektebeeld vastgesteld met een dermate progressief karakter wat de nieuwe bevindingen kan verklaren.
Bovendien wordt er geen nieuwe informatie aangeleverd omtrent medische objectiveerbare stoornissen en beperkingen en daarmee de zorgbehoefte van eiseres. Er kan geen noodzaak voor 24 uur per dag zorg in de nabijheid worden vastgesteld, Het beoordelen van de blijvendheid is daarom strikt genomen niet aan de orde.
Juridisch kader
7. In artikel 3.2.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wlz is het volgende bepaald:
Een verzekerde heeft recht op zorg die op zijn behoeften, persoonskenmerken en
mogelijkheden is afgestemd voor zover hij naar aard, inhoud en omvang en uit een oogpunt van doelmatige zorgverlening redelijkerwijs op die zorg is aangewezen omdat hij, vanwege een somatische of psychogeriatrische aandoening of beperking of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap, een blijvende behoefte heeft aan:
b. 24 uur per dag zorg in de nabijheid, omdat hij zelf niet in staat is om op relevante momenten hulp in te roepen en hij, om ernstig nadeel voor hem zelf te voorkomen,
1° door fysieke problemen voortdurend begeleiding, verpleging of overname van zelfzorg nodig heeft, of
2° door zware regieproblemen voortdurend begeleiding, verpleging of overname van taken nodig heeft.
Inhoud van het geschil
8. Tussen partijen is niet in geschil dat er sprake is van een psychische en somatische grondslag. Zij zijn verdeeld over de vraag of er sprake is van noodzaak voor 24 uur per dag zorg in de nabijheid en zo ja, of de blijvendheid van die noodzaak kan worden vastgesteld. Daarbij is van belang dat de te beoordelen periode loopt vanaf de datum van de aanvraag (11 november 2023) tot aan de datum van het bestreden besluit (19 september 2024).
Zorgvuldigheid van het onderzoek
9. De rechtbank ziet geen grond voor het oordeel dat de medische adviezen niet zorgvuldig tot stand zijn gekomen of dat de adviezen niet volledig, niet concludent of anderszins onjuist zijn. Er heeft een huisbezoek plaatsgevonden en de medisch adviseurs hebben de beschikbare medische informatie betrokken. Daarnaast is er via beeldbellen contact geweest met de mentor van eiseres. Op basis hiervan hebben de medisch adviseurs zich een voldoende beeld van de medische situatie van eiseres kunnen vormen. De rechtbank ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de medische adviezen, zodat het CIZ daar op mocht afgaan.
Noodzaak voor 24 uur per dag zorg in de nabijheid
10. Uit de medische informatie in het dossier en ook ter zitting is gebleken dat de gezondheidssituatie van eiseres ernstig is en dat zij als gevolg daarvan een intensieve zorgbehoefte heeft.
10.1.
Volgens de medisch adviseur van het CIZ is in de beschikbare medische informatie en het uitgevoerde beeldvormend onderzoek geen oorzaak te vinden die de mate van klachten van eiseres verklaart. Hoewel de klachten daarmee niet geheel medisch te objectiveren zijn, heeft het CIZ de zorgbehoefte aan de hand van de door eiseres naar voren gebrachte klachten beoordeeld, zoals blijkt uit de rapportages en de nadere toelichting op zitting. Naar het oordeel van de rechtbank heeft het CIZ hierbij voldoende gemotiveerd dat de zorgbehoefte van eiseres voor een groot deel te ondervangen is met planbare zorg. Hierbij kan gedacht worden aan hulp bij wassen, bereiden van maaltijden, huishoudelijke taken en de toediening van de vitamine B-injectie.
10.2.
Eiseres heeft met name aangevoerd dat zij door de insults, ademstops en het daarmee samenhangende valgevaar risico loopt op ernstig nadeel. De memorie van toelichting bij de Wlz (Kamerstukken II 2013/14, 33 891, nr. 3) vermeldt bij de artikelsgewijze toelichting van artikel 3.2.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wlz het volgende over het begrip ernstig nadeel:
Bij “ernstig nadeel voor de verzekerd” moet sprake zijn van een te verwachten risico dat de verzekerde het ernstig nadeel zal overkomen. Dit wil zeggen dat het om een reëel risico moet gaan, dat gebaseerd is op onderbouwde verwachtingen. De enkele mogelijkheid dat een bepaald gevaar bestaat of dat een bepaald gevaar relatief vaak voorkomt bij mensen met een bepaalde aandoening, is op zichzelf niet genoeg. Met het criterium van het ernstig nadeel is dan ook niet beoogd een voorzorgsbeginsel in het leven te roepen waarbij een nul-risico wordt nagestreefd.
Dat zou ook een vertekend beeld geven van de risico’s die in het leven bestaan en ook bijvoorbeeld ook bij verblijf in een instelling kan bestaan, zoals het bestaan van enig valgevaar. Bovendien moet het risico op ernstig nadeel voor de verzekerde altijd worden bezien in het licht van de mogelijkheden en beperkingen van een verzekerde. Er kunnen weliswaar risico’s ontstaan door de verzekerde ook in zijn mogelijkheden te ondersteunen, maar de ondersteuning van die mogelijkheden dragen zelf ook bij aan het welzijn en welbevinden van de verzekerde. Enig risico moet dan worden afgewogen tegen de voordelen. De mogelijkheden van de verzekerde om te herstellen na een voorval kan daarbij ook meewegen.
10.3.
De door eiseres naar voren gebrachte insults, ademstops en het valgevaar worden volgens de medisch adviseur niet verklaard door de diagnoses van eiseres. Daarbij komt, zoals terecht door CIZ is overwogen, dat valgevaar op zichzelf niet voldoende is om vast te stellen dat eiseres 24 uur per dag zorg in de nabijheid of permanent toezicht nodig heeft ter voorkoming van ernstig nadeel. Ter zitting is nog nader gemotiveerd dat eiseres gebruik zou kunnen maken van een rolstoel. Daarnaast eindigen de insults van eiseres spontaan en is er geen (medische) interventie nodig. Bovendien is eiseres in staat om op relevante momenten te alarmeren en hulp af te wachten na een insult. Hierbij kan gebruikt gemaakt worden van een persoonsalarm. Als het eiseres aan fysieke kracht ontbreekt om op de alarmeringsknop te drukken, kan zoals door het CIZ terecht is aangevoerd, gebruik gemaakt worden van een spraak geactiveerd alarmeringssysteem. Eventuele zorg op afroep kan daarom verantwoord worden afgewacht.
10.4.
De rechtbank overweegt dat de in beroep overgelegde medische informatie van de arts uit [land] niet kan leiden tot een ander oordeel. Ter zitting heeft het CIZ hierover terecht aangevoerd dat er reeds twee grondslagen zijn vastgesteld voor de Wlz-beoordeling en dat het aannemen van de aanvullende diagnoses niet tot een andere beoordeling leidt. De zorgbehoefte van eiseres wordt immers niet bepaald door de gestelde diagnoses, maar door haar beperkingen. Die beperkingen zijn, ongeacht de onderliggende diagnoses, niet veranderd. De rechtbank kan dit volgen.
10.5.
Ter zitting is namens eiseres gesteld dat eiseres door de operatie in [land] kwetsbaarder is geworden en een val mogelijk tot een groter risico leidt. De rechtbank stelt vast dat deze stelling niet met medische stukken is onderbouwd. Bovendien ziet deze mogelijke situatie op de periode na de operatie in april 2025 en dus na de te beoordelen periode in deze zaak.
10.6.
De rechtbank komt gezien het voorgaande tot de conclusie dat de noodzaak voor 24 uur per dag behoefte aan zorg in de nabijheid ter voorkoming van ernstig nadeel niet is komen vast te staan. Daarmee voldoet eiseres niet aan de criteria voor toegang tot WLZ-zorg. Een beoordeling van de blijvendheid van de zorgbehoefte is daarom niet aan de orde, omdat dit criterium samenhangt met die noodzaak.
10.7.
Met het vorenstaande is niet gezegd dat de rechtbank zich niet bewust is van de ernstige medische klachten van eiseres. Alleen kan de rechtbank niet voorbijgaan aan de wettelijke vereisten die gelden voor een Wlz-indicatie. Die eisen zijn nu eenmaal zeer streng. Het CIZ heeft voldoende gemotiveerd dat eiseres, ondanks haar beperkingen en de daaruit voortvloeiende zorgbehoefte, niet aan die strenge eisen voldoet.

Conclusie en gevolgen

11. Het beroep is ongegrond. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.H. van der Linden, rechter, in aanwezigheid van J. Boer-IJzelenberg, griffier, op 25 november 2025 en geanonimiseerd gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.