Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 25 november 2025 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaats] , eiser,
Samenvatting
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
Arbeidsdeskundige beoordelingen door het UWV
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Deze uitspraak betreft de toekenning van een uitkering op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) aan eiser, die het niet eens is met de vastgestelde mate van arbeidsongeschiktheid. De rechtbank heeft op 25 november 2025 uitspraak gedaan in de enkelvoudige kamer van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarbij het beroep van eiser ongegrond is verklaard. Eiser had eerder een uitkering ontvangen op basis van de Werkloosheidswet en de Ziektewet, maar het UWV weigerde hem een WIA-uitkering toe te kennen. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het UWV, dat hem een WIA-uitkering had toegekend met een arbeidsongeschiktheid van 62,73%. De rechtbank heeft de medische beoordelingen van het UWV beoordeeld en geconcludeerd dat het UWV terecht de mate van arbeidsongeschiktheid heeft vastgesteld. Eiser heeft onvoldoende onderbouwd dat hij meer beperkt is dan door het UWV is aangenomen. De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiser verworpen en bevestigd dat de geselecteerde functies voor de berekening van de arbeidsongeschiktheid passend zijn. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen reden is om te twijfelen aan de juistheid van de vastgestelde mate van arbeidsongeschiktheid van 62,73%.