ECLI:NL:RBZWB:2025:8210
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling UWV tot betaling van proceskosten na intrekking beroep wegens niet tijdig beslissen
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 november 2025, wordt het verzoek van verzoekster, V.O.F., beoordeeld om het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) te veroordelen in de proceskosten. Verzoekster had eerder een beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door het UWV op haar aanvraag van 11 november 2022. Dit beroep werd ingetrokken omdat het UWV op 30 januari 2025 alsnog op de aanvraag heeft beslist. De rechtbank heeft het UWV de gelegenheid gegeven om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling. Het UWV gaf aan dat er slechts kosten zijn gemaakt voor het indienen van een beroepschrift, met een waarde van 0,5 punt, en dat er geen andere kosten zijn die voor vergoeding in aanmerking komen.
De rechtbank heeft zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling. De rechtbank oordeelt dat het UWV geheel aan verzoekster is tegemoetgekomen door alsnog te beslissen op de aanvraag. Daarom wijst de rechtbank het verzoek om proceskostenveroordeling toe. Verzoekster krijgt een vergoeding van € 453,50 voor de gemaakte proceskosten, aangezien de zaak enkel ging over de vraag of de beslistermijn was overschreden. Daarnaast moet het UWV het door verzoekster betaalde griffierecht van € 371,- vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.