ECLI:NL:RBZWB:2025:8184
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft eiseres, een B.V. gevestigd te [plaats], beroep ingesteld tegen een beslissing op bezwaar van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veere. Het bestreden besluit, dat op 15 januari 2025 is genomen, verklaarde het bezwaarschrift van eiseres van 27 september 2024 deels ongegrond. De rechtbank heeft het beroep echter kennelijk niet-ontvankelijk verklaard zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank legt uit dat een eiser die beroep instelt, verplicht is om griffierecht te betalen, zoals vastgelegd in artikel 8:41 van de Awb. In deze zaak bedraagt het griffierecht € 385,-. De griffier heeft eiseres in een brief van 30 juli 2025 de gelegenheid gegeven om het griffierecht binnen vier weken te betalen. Eiseres heeft echter in een brief van 6 augustus 2025 aangegeven dat zij het griffierecht niet heeft betaald, omdat zij het financiële belang van haar beroep te gering acht om het beroep te handhaven.
Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, en is openbaar gemaakt op 17 november 2025. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep, dat binnen zes weken na verzending van de uitspraak kan worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.