In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 november 2025, wordt het beroep van eiseres, een BV, beoordeeld. Eiseres heeft een beroep ingesteld tegen het UWV omdat zij van mening is dat het UWV niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 7 februari 2023 voor herbeoordeling van de arbeidsongeschiktheid van een (ex-)werknemer. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is en doet uitspraak zonder zitting, zoals toegestaan onder artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank stelt vast dat het UWV de beslistermijn heeft overschreden en dat eiseres het UWV op 4 april 2023 in gebreke heeft gesteld. De rechtbank bepaalt dat het UWV binnen twee weken na verzending van de uitspraak een nieuw besluit moet nemen, maar geeft het UWV vier maanden de tijd om dit te doen, gezien de omstandigheden. Tevens legt de rechtbank een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor het griffierecht en proceskosten, die het UWV moet betalen. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen.