3.1.Tussen partijen staan de volgende feiten in rechte vast:
a. Florent is een advocatenkantoor in Amsterdam.
b. Truckom is een financiële holding. De heer [bestuurder] (hierna: [bestuurder] ) is de enige bestuurder van Truckom.
c. Truckom heeft haar onderneming in 2020 verkocht aan Transporeon. Daarover is een geschil ontstaan. Truckom werd bij gestaan door het [het advocatenkantoor] . Vervolgens ontstond bij Truckom de behoefte aan een juridische analyse van bepaalde
e-mails en advisering in dat kader. Daartoe heeft [het advocatenkantoor] , op verzoek van Truckom, contact gezocht met Florent.
d. Op 26 september 2023 stuurt een medewerker van [het advocatenkantoor] een e-mail aan Florent dat zij graag gebruik willen maken van hun expertise, maar dat het goed is om eerst een conflict check te doen.
e. In zijn e-mail van 2 oktober 2023 om 08:45 uur schrijft [bestuurder] aan [gemachtigde] van Florent:
“Beste [gemachtigde] , Bijgaand stuur ik de aantekeningen van [voormalig CEO] , destijds CEO, met de bijbehorende emails ter beoordeling. (…)”
f. In zijn e-mail van 2 oktober 2023 om 08:55 uur antwoordt [gemachtigde] van Florent aan [bestuurder] :
“Goedemorgen [bestuurder] , dank voor jouw bericht. Ik blader hier even doorheen. Zullen we om 10.30 uur even bellen? Kan ook later. Ik kan alvast een secretaresse instrueren om een dossier te openen zodat we voortvarend aan de slag kunnen. Zal ik Truckom BV als cliënt aanhouden?”
g. In zijn e-mail van 2 oktober 2023 om 10:54 uur schrijft [bestuurder] aan [gemachtigde] :
“Hallo [gemachtigde] , Heb zojuist met [voormalig CEO] gebeld en hij is akkoord met een gesprek hierover. Hij vraagt of dat in de middag kan. Zijn telefoonnummer is (…). Met dank voor het gesprek.”
h. Op 3 oktober 2023 heeft Florent per e-mail een opdrachtbevestiging waarin de algemene voorwaarden van Florent van toepassing worden verklaard verstuurd aan Truckom.
Truckom heeft deze opdrachtbevestiging niet ondertekend.
i. Op 3 oktober 2023 om 17:01 uur stuurt Florent aan [bestuurder] een e-mail over de scope van de opdracht, waarop [bestuurder] per e-mail van 3 oktober 2023 om 19:18 uur reageert:
“Beste [gemachtigde] , Dat heb je helemaal goed. (…) Ik hoor graag.”
j. Op 7 oktober 2023 e-mailt Florent aan [bestuurder] een herinneringsverzoek tot identificatie, waarbij op een identificatielink kan worden geklikt.
k. Op 4 oktober 2023 in de ochtend heeft tussen [gemachtigde] van Florent en [voormalig CEO] communicatie via whatsapp plaatsgevonden over een telefoongesprek dat later die dag zou plaatsvinden.
l. Op 8 oktober 2023 stuurt [gemachtigde] van Florent een e-mail aan [medewerker 1] van [het advocatenkantoor] met de vraag of zij (een) productielijst(en) van de arbitrageprocedure heeft. [medewerker 1] reageert hierop dat zij die heeft en zal toesturen. Vervolgens stuurt [medewerker 1] de productielijsten toe aan [gemachtigde] . Daarna stuurt [gemachtigde] een e-mail aan [medewerker 1] waarin hij vraagt om alle processtukken uit de arbitrage en meldt hij dat hij verwacht vanavond zijn advies met [bestuurder] te delen. Vervolgens stuurt [medewerker 1] de processtukken door aan [gemachtigde] .
m. Op 9 oktober 2023 vindt er e-mail correspondentie plaats tussen [gemachtigde] van Florent en [bestuurder] over een belafspraak om 20:30 uur.
n. Op 9 oktober 2023 verzoekt [gemachtigde] voor de volgende dag om telefonisch overleg met [het advocatenkantoor] , waarop [medewerker 1] reageert en partijen afspreken om met elkaar op 10 oktober 2023 telefonisch te overleggen tussen 15:30 en 16:00 uur.
o. Op 10 oktober 2023 e-mailt Florent aan [bestuurder] nogmaals een herinneringsverzoek tot identificatie, waarbij op een identificatielink kan worden geklikt.
p. Op 27 oktober 2023 e-mailt [gemachtigde] aan [medewerker 2] van [het advocatenkantoor] :
“Beste [medewerker 2] , Neem ik terecht aan dat Truckom geen vernietiging van het arbitrale vonnis zal gaan vorderen? Ik zal mijn dossier dan sluiten.”
q. Op 29 oktober 2023 e-mailt [medewerker 2] aan [gemachtigde] van Florent:
“Ha [gemachtigde] – ik heb geadviseerd conform het gesprek dat wij hebben gevoerd, maar cliënt wil toch de mogelijkheden onderzoeken (…). De zaak krijgt dus toch een vervolg. Stem jij met [bestuurder] af over jullie rol going forward? Vanwege de kennisneming van de e-mails is inhoudelijke betrokkenheid bij de procedure ingewikkeld maar wellicht wil [bestuurder] je nog als sparring partner o.i.d. gebruiken?”
r. Op 22 november 2023 stuurt [medewerker 2] van [het advocatenkantoor] een e-mail aan [gemachtigde] waarin hij schrijft:
“Beste [gemachtigde] – Truckom ziet bij nader inzien toch af van een eventueel vervolg; de zaak is dus afgerond. Dank voor je hulp!”
s. Truckom heeft de declaratie van Florent van 13 november 2023 ten bedrag van € 9.793,93 (met vervaldatum 13 december 2023) niet betaald.