ECLI:NL:RBZWB:2025:8070

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
19 november 2025
Publicatiedatum
19 november 2025
Zaaknummer
02-800313-15
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege voor de duur van één jaar

Op 19 november 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beslissing genomen over de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, die in een Forensisch Psychiatrisch Centrum verblijft. De rechtbank ontving op 22 september 2025 een vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met één jaar. De betrokkene, geboren in 1976, is eerder veroordeeld voor verschillende misdrijven, waaronder overtredingen van het Wetboek van Strafrecht en de Opiumwet, en is sinds 13 november 2018 onder tbs geplaatst. De rechtbank heeft vastgesteld dat de tbs kan worden verlengd, omdat de veiligheid van anderen dit vereist. De tbs-kliniek heeft geadviseerd de tbs te verlengen, gezien het recidivegevaar en de noodzaak van extern risicomanagement. De rechtbank heeft de argumenten van de verdediging, die pleitte voor afwijzing van de vordering, overwogen, maar oordeelde dat de risico's voor de samenleving nog steeds aanwezig zijn. De rechtbank heeft de tbs met verpleging van overheidswege met één jaar verlengd, met de nadruk op het belang van een vervolgvoorziening en het resocialisatietraject voor de betrokkene.

Uitspraak

Rechtbank ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Middelburg
Parketnummer: 02-800313-15
Beslissing van de meervoudige kamer van 19 november 2025 met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats] ( [land] ) op [datum] 1976,
thans verblijvende in Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC)
[tbs-kliniek] te [plaats 1] ,
hierna: betrokkene,
raadsman mr. A.S. van der Biezen, advocaat te 's-Hertogenbosch.

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie van 22 september 2025, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met één jaar;
- het rapport van [tbs-kliniek] (hierna: de tbs-kliniek) van 12 september 2025, waarin het advies van de inrichting is vermeld.

2.Inleiding

Bij vonnis van de rechtbank van 24 maart 2016 is betrokkene, wegens overtreding van de
artikelen 287, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, artikel 26 van de Wet Wapens en
Munitie en artikel 3 van de Opiumwet, veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier
maanden, met aftrek van voorarrest, en is aan hem tbs met verpleging van overheidswege opgelegd.
De tbs met verpleging van overheidswege is opgelegd wegens overtreding van artikel 287
jo. 45 van het Wetboek van Strafrecht, meermalen gepleegd, voor welk feit betrokkene is
ontslagen van alle rechtsvervolging wegens ontoerekenbaarheid.
Bij arrest van het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch van 23 november 2017, alsmede bij arrest
van de Hoge Raad van 13 november 2018, is het vonnis van de rechtbank bevestigd voor
wat betreft de strafmaat. De veroordeling is op 13 november 2018 onherroepelijk geworden.
De rechtbank constateert dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste
lid, van het Wetboek van Strafrecht, zodat de maatregel ook na vier jaren nog vatbaar is
voor verlenging. De tbs is op 13 november 2018 aangevangen. De tbs is laatstelijk bij beslissing van deze rechtbank van 20 november 2024 verlengd met een termijn van één jaar.

3.Procesverloop

De rechtbank heeft op 22 september 2025 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de tbs.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 5 november 2025 behandeld. De officier van justitie, mr. M. van Leeuwen, is gehoord. Tevens is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsman, mr. A.S. van der Biezen, advocaat te 's-Hertogenbosch. Voorts is [basispsycholoog] , basispsycholoog en assistent behandelcoördinator bij de tbs-kliniek, als deskundige gehoord.

4.Adviezen

4.1.
Advies instelling
De tbs-kliniek heeft in haar rapport van 12 september 2025 geadviseerd de tbs te verlengen met één jaar en heeft daartoe in haar advies, samengevat, het volgende vermeld. De afgelopen periode zijn de onbegeleide verloven uitgebreid en goed verlopen. Op 3 maart 2025 is betrokkene overgestapt naar [woonvoorziening] , de transmurale woonvoorziening op het terrein van de tbs-kliniek. Hij laat daar een stabiel beeld zien, maar wel blijven afspraken en inzage met betrekking tot zijn financiën een aandachtspunt. In de komende periode zal het traject verder worden vormgegeven. Betrokkene wil toewerken naar zelfstandig wonen in de regio van herkomst. De kliniek acht de stap naar zelfstandig wonen op dit moment te groot en stuurt aan op plaatsing in een begeleidende woonvoorziening in de regio van herkomst als (mogelijke) tussenstap. Hier kan worden getoetst of betrokkene stabiel blijft functioneren, ingebed raakt in deze regio, de samenwerking met begeleiders voldoende is zodat de risico’s gemanaged kunnen worden. Dit wordt in de komende periode geconcretiseerd en mogelijk gerealiseerd. Vanuit een begeleide woonvoorziening kan onderzocht worden of zelfstandig wonen haalbaar is, en welke ondersteuning en toezicht hierbij nodig is. Vooralsnog is de inschatting van de tbs-kliniek dat er nog langere tijd extern risicomanagement nodig is. Voor de hypothetische situatie dat de tbs thans wordt beëindigd en er geen sprake is van begeleiding en/of extern risicomanagement, wordt de kans dat betrokkene in een vergelijkbare situatie terecht zal komen als bij de indexdelicten ingeschat als hoog.
Ter zitting heeft de deskundige het advies van de tbs-kliniek bevestigd en daaraan nog het volgende toegevoegd. De reclassering is betrokken en denkt op de achtergrond mee met de mogelijkheden voor een begeleidende woonvoorziening. Daarvoor zal betrokkene in de komende periode worden aangemeld. Op welke termijn dat zal geschieden valt lastig in te schatten, omdat er nog geen concrete woonvoorziening voor betrokkene is gevonden. Het Forensisch Psychiatrisch Toezicht (FPT) wordt pas opgestart op het moment dat er een concrete woonvoorziening is. Betrokkene heeft nu al enige tijd transmuraal verlof, waarbij de overgang naar proefverlof zal worden onderzocht op het moment dat hij in een begeleidende woonvoorziening zit. Momenteel is er een gestructureerde omgeving waarin betrokkene zich bevindt. Het recidiverisico zit met name in het moment van de overgang naar het proefverlof.

5.Standpunt van partijen

5.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie is ter zitting bij de vordering de tbs met één jaar te verlengen gebleven.
5.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft afwijzing van de vordering bepleit. Betrokkene is al langere tijd stabiel en het recidiverisico is momenteel duidelijk verminderd. De risicotaxatie is ruim opgezet en zwak gemotiveerd. De urgentie om betrokkene door te laten stromen lijkt te ontbreken, het behandelplafond lijkt bereikt en de mogelijkheden tot verdere ontwikkeling en leerbaarheid zijn beperkt gebleven. De rechtbank heeft vorig jaar terecht geoordeeld dat er gekeken dient te worden naar een voorwaardelijke beëindiging van de tbs-maatregel, hetgeen – gelet op voorgaande – nu wederom het geval zou moeten zijn. De verdediging ziet dan ook geen noodzaak tot verlenging van de tbs-maatregel.

6.Beoordeling

De rechtbank is bevoegd om van de vordering kennis te nemen, omdat zij in eerste aanleg
kennis heeft genomen van het misdrijf ter zake waarvan de tbs is gelast.
De vordering is tijdig, dat wil zeggen niet eerder dan twee maanden en niet later dan één
maand voor het tijdstip waarop de tbs door tijdsverloop zou eindigen, ingediend. De
officier van justitie is ontvankelijk in de vordering.
De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens.
De rechtbank stelt vast dat zij niet beschikt over de wettelijke aantekeningen van de volledige behandelperiode, enkel die van de periode 1 april 2024 tot en met 11 september 2024 waren in het bezit van de rechtbank. Gelet op het recente verlengingsadvies van de tbs-kliniek en de nadere toelichting van de deskundige over de afgelopen behandelperiode, is aan de formele juridische vereisten voor verlenging van de tbs voldaan. De rapportage kan dan ook ten grondslag worden gelegd aan de beslissing van de rechtbank. De rechtbank zal daarom geen juridische consequenties verbinden aan het ontbreken van een aantal van de wettelijke aantekeningen.
Uit het advies van de tbs-kliniek en hetgeen ter zitting is besproken, is gebleken dat bij betrokkene (nog steeds) sprake is van een stoornis te weten: een antisociale persoonlijkheidsstoornis, een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met narcistische trekken, een psychotische stoornis door cocaïne en een stoornis in het gebruik van cocaïne. Betrokkene is onder toezicht langdurig abstinent, daarnaast worden in de huidige omstandigheden geen psychotische symptomen waargenomen. Onderliggend is sprake van een kwetsbare persoonlijkheidsstructuur met een gevoeligheid voor psychotische decompensatie. Verder wordt beschreven dat het over het algemeen al jaren goed gaat met betrokkene en dat hij een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt in zijn behandeltraject. Momenteel biedt het huidige kader naast ondersteuning en toezicht nog steeds een beschermende factor. De komende tijd zal worden toegewerkt naar een begeleidende woonvoorziening en zal van daaruit de overgang naar het proefverlof worden onderzocht. In een begeleidende woonvoorziening zal daginvullng, samenwerking met de reclassering en hulpverlening worden opgebouwd. Het resocialisatietraject wordt geleidelijk opgebouwd, zodat de overgang van verblijf in de kliniek naar wonen buiten de kliniek op verantwoorde wijze kan plaatsvinden. Bij de volgende behandelbespreking in december 2025 zal onderzocht worden of het verantwoord wordt geacht om een stap richting een begeleide woonvoorziening in (omgeving) [plaats 2] te kunnen zetten en welke mogelijkheden er daar zijn.
Zoals blijkt uit het vorenstaande is er momenteel nog geen geschikte vervolgplek voor betrokkene beschikbaar. Uit de risicotaxatie van de tbs-kliniek blijkt dat op het moment dat er geen vervolgplek beschikbaar is en de tbs-maatregel komt te vervallen, het recidiverisico ingeschat wordt als hoog. De inschatting is dat betrokkene door het huidige gebrek aan ziektebesef en -inzicht en zijn afwijzende houding ten opzichte van hulpverlening in het verleden, niet uit eigen beweging hulp of behandeling zal opzoeken. Betrokkene overschat bovendien zijn vaardigheden om zelfstandig een leven op te bouwen waarin sprake is van stabiliteit op diverse levensgebieden. Zonder de structuur van de tbs-maatregel zal betrokkene waarschijnlijk op termijn terugvallen in een ongestructureerde levensstijl, antisociaal-criminele gedragingen en het gebruik van cocaïne of andere middelen, waardoor de kans bestaat dat wederom achterdocht en achtervolgingswanen opspelen, wat hem tot gewelddadig gedrag zou kunnen brengen. Betrokkene lijkt baat te hebben bij het consequent hanteren van een duidelijke structuur. Het ontbreken van probleembesef en -inzicht maakt dat extern risicomanagement langdurig noodzakelijk is. Binnen het huidige traject zijn geen signalen waargenomen van risicofactoren zoals achterdocht, (rand)psychotische overtuigingen, criminele contacten of activiteiten en middelengebruik. Ingeval betrokkene kan verblijven in een begeleidende woonvoorziening worden deze risicofactoren voldoende ingeperkt om de kans op herhaling van gevaarzettend gedrag te voorkomen. Het recidiverisico wordt bij een begeleide woonvoorziening dan ook ingeschat als laag tot matig. Er is dus nog altijd sprake van gevaar voor de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen, die verlenging van de tbs van betrokkene vereist. Gelet op het voorgaande wordt nog steeds voldaan aan het wettelijk criterium.
Anders dan de verdediging heeft bepleit, acht de rechtbank gelet op het voorgaande de risicotaxatie actueel en goed gemotiveerd door de tbs-kliniek. Bovendien is de risicotaxatie minder dan een jaar oud en daarmee wordt voldaan aan het wettelijke vereiste. De rechtbank ziet gelet hierop geen aanleiding om anders te oordelen.
De rechtbank is daarom van oordeel dat de tbs met verpleging van overheidswege van betrokkene moet worden verlengd met één jaar. Met die beslissing wordt thans ook voldaan aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. De rechtbank kan zich echter voorstellen dat er in de nabije toekomst een moment komt dat niet langer aan deze eisen wordt voldaan. Het is in het belang van betrokkene dat de stappen naar een vervolgvoorziening, en daarmee ook naar proefverlof, zo spoedig mogelijk worden gezet en dat de kliniek het resocialisatietraject zo voortvarend mogelijk vorm gaat geven. Voorts is het van belang dat betrokkene, naast het meewerken aan de behandeling en begeleiding, ook inzicht blijft verschaffen in zijn financiën, omdat dit laatste eerder een punt van aandacht is gebleken.

7.Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van betrokkene met
1 (één)jaar.
Deze beslissing is genomen door mr. J.F.C. Janssen, voorzitter, en mr. G.H. Nomes en mr. B. Akdikan, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.S.S. Fanis, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 19 november 2025.
Mr. Janssen is niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.