ECLI:NL:RBZWB:2025:8041

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
18 november 2025
Publicatiedatum
18 november 2025
Zaaknummer
02-821363-17
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege na doodslag

Op 18 november 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, die in 2023 was veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven jaar en tbs met verpleging van overheidswege wegens doodslag op zijn zeven maanden oude zoontje. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met twee jaar toegewezen. De rechtbank constateert dat de tbs op 23 november 2023 is aangevangen en dat er sprake is van een antisociale persoonlijkheidsstoornis bij de betrokkene, met narcistische en borderline kenmerken, en dat het recidiverisico hoog is bij het wegvallen van het huidige zorgkader.

Tijdens de zitting op 4 november 2024 is de officier van justitie gehoord, evenals de raadsman van de betrokkene. De betrokkene heeft afstand gedaan van zijn recht om te worden gehoord, en er is afgezien van het horen van een deskundige. De kliniek heeft geadviseerd de tbs te verlengen, omdat de behandeling en resocialisatie van de betrokkene meer tijd in beslag zal nemen dan een jaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verlenging van de tbs noodzakelijk is voor de veiligheid van anderen en dat de wettelijke criteria voor verlenging zijn voldaan.

De rechtbank heeft de termijn van de tbs verlengd met twee jaar, waarbij van de kliniek wordt verwacht dat zij zorgvuldig en voortvarend te werk gaat bij het behandeltraject van de betrokkene. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02-821363-17
Beslissing van de meervoudige kamer van 18 november 2025
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1993 te [geboorteplaats] ,
verblijvende in [tbs-instelling] ,
[plaats] .
De terbeschikkinggestelde wordt hierna ‘betrokkene’ genoemd.

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie van 18 september 2025 die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met twee jaar;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene vanaf het eerste kwartaal van 2024 tot en met het tweede kwartaal van 2025;
- het rapport van [tbs-instelling] (hierna: de kliniek) van
29 augustus 2025 waarin wordt geadviseerd de tbs te verlengen met twee jaar.

2.De procesgang

Bij arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch is betrokkene veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7 jaren en tbs met verpleging van overheidswege wegens het plegen van doodslag op zijn zeven maanden oude zoontje.
De rechtbank constateert dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht. De tbs is op 23 november 2023 aangevangen.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 4 november 2024 is de officier van justitie mr. E.M.H.B.C. van Aalst gehoord. Tevens is gehoord de raadsman van betrokkene, zijnde mr. K.R. Verkaart, advocaat te Breda . Betrokkene heeft, in afwijking van de wettelijke regeling, maar met instemming van alle procespartijen, afstand gedaan van zijn recht om te worden gehoord.
Met instemming van partijen is afgezien van het horen van een deskundige ter zitting.

3.Het advies van de kliniek

De kliniek adviseert de tbs te verlengen met twee jaar. Bij betrokkene is sprake van een antisociale persoonlijkheidsstoornis met narcistische en borderline kenmerken, een stoornis in cannabisgebruik en zwakbegaafdheid. Het recidiverisico wordt als hoog ingeschat bij het wegvallen van het huidige zorgkader en toezicht. Betrokkene verblijft sinds 30 april 2024 in de kliniek. Hij is gestart op [afdeling] en op 18 september 2024 overgeplaatst naar [behandelafdeling] . Daar is een stijgende ontwikkeling zichtbaar in zijn functioneren. Het lukt hem om zich minder dwingend, claimend en veeleisend op te stellen. Betrokkene staat aan het begin van zijn behandeltraject. Er zijn verschillende therapieën geïndiceerd,
er bestaat nog geen indicatie voor een verlofkader en de kliniek meldt dat meerdere maatregelen zijn ingezet vanwege de forse dreiging en wraakgedachten die betrokkene heeft jegens zijn ex-partner. De delictanalyse en de seksuele anamnese zijn afgerond en op basis hiervan zal het vervolgtraject vorm worden gegeven. Een bemoeilijkende factor hierbij is dat betrokkene het indexdelict en de bij hem aanwezige problematiek ontkent en dat er geen overeenstemming bestaat over de risicofactoren. Pas als hier ruimte in ontstaat en samenwerking met betrokkene mogelijk is, kan worden gewerkt aan het verminderen van het recidivegevaar en worden toegewerkt naar een resocialisatietraject. Bij een succesvol traject is de verwachting dat betrokkene zal uitstromen via een forensische resocialisatie afdeling. Het vervolgtraject neemt meerdere jaren in beslag waardoor een verlenging van twee jaar noodzakelijk is.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting gebleven bij haar vordering de tbs te verlengen met twee jaar. Er is voldaan aan de formele eisen die de wet stelt en een tweejarige verlenging is noodzakelijk, omdat de verdere behandeling en resocialisatie van betrokkene meer dan een jaar tijd in beslag zal nemen.

5.Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank met betrekking tot de verlengingsvordering. Namens betrokkene heeft de raadsman naar voren gebracht dat sprake is van vele personeelswisselingen binnen de kliniek en lange wachttijden voor sommige behandelingen, wat de behandeling van betrokkene niet ten goede komt.

6.Het oordeel van de rechtbank

De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen of de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en moet voortvloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op het advies van de kliniek wordt nog steeds voldaan aan deze wettelijke criteria. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de tbs moet worden verlengd.
De vervolgvraag is met welke termijn de tbs moet worden verlengd. Volgens vaste jurisprudentie heeft als uitgangspunt te gelden dat wanneer aannemelijk is dat de behandeling van de terbeschikkinggestelde meer tijd in beslag zal nemen dan één jaar,
de tbs moet worden verlengd met een termijn van twee jaar. Dit kan anders zijn wanneer de reële kans bestaat dat de maatregel na verloop van een jaar kan worden gewijzigd of
beëindigd of als het verloop van de behandeling daartoe aanleiding geeft.
Uit het advies van de kliniek komt naar voren dat de verwachting is dat de verdere behandeling en resocialisatie van betrokkene langer dan één jaar zal duren, zodat een verlenging van twee jaar in de rede ligt. Een (voorwaardelijke) beëindiging ligt niet in de lijn der verwachting en naar het oordeel van de rechtbank geeft het verloop van het behandeltraject geen aanleiding voor een kortere verlenging. De rechtbank zal dan ook de termijn van de tbs verlengen met twee jaar, waarbij van de kliniek wordt verwacht dat zij zorgvuldig en voortvarend te werk gaat bij het nader vorm geven van het behandeltraject van betrokkene.

7.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van betrokkene met 2 jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. K. Verschueren, voorzitter, mr. E.B. Prenger en mr. W.J.M. Fleskens, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. H.J.E.M. Hoezen en is uitgesproken ter openbare zitting op 18 november 2025.