ECLI:NL:RBZWB:2025:8039

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 november 2025
Publicatiedatum
18 november 2025
Zaaknummer
02.143414.19
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling in een strafzaak met complexe psychopathologie

Op 4 november 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, die eerder was veroordeeld voor poging doodslag en andere delicten. De rechtbank ontving op 7 oktober 2025 een vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de tbs met voorwaarden voor een jaar. Tijdens de zitting zijn de betrokkene, zijn raadsman mr. P.C. Saris, en de officier van justitie mr. P.W.P. Emmen gehoord, evenals deskundigen waaronder een psychiater en een reclasseringsmedewerker. De psychiater adviseerde om de tbs niet te verlengen, omdat het recidiverisico als laag tot matig werd ingeschat, mits de betrokkene zich blijft inzetten voor behandeling. De reclassering steunde dit advies en stelde dat de betrokkene goed omgaat met stressfactoren en dat de begeleiding na beëindiging van de tbs zal voortduren. De officier van justitie steunde de afwijzing van de vordering tot verlenging, terwijl de verdediging van de betrokkene benadrukte dat hij gemotiveerd is om hulp te blijven accepteren. De rechtbank oordeelde dat het recidiverisico laag is en dat de tbs niet langer noodzakelijk is voor de veiligheid van anderen. De vordering tot verlenging van de tbs werd afgewezen.

Uitspraak

Rechtbank ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02.143414.19
Beslissing van de meervoudige kamer d.d. 04 november 2025 met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[betrokkene]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1978
wonende op het [woonadres]
hierna: betrokkene
raadsman mr. P.C. Saris, advocaat te Eindhoven

1.Inleiding

Betrokkene is op 22 december 2020 door het gerechtshof ’s-Hertogenbosch veroordeeld
voor poging doodslag, bedreiging en het niet voldoen aan een ambtelijk bevel tot een
gevangenisstraf van achttien maanden en tbs met voorwaarden.
De tbs met voorwaarden is op 22 december 2020 aangevangen. De tbs met voorwaarden is laatstelijk bij beslissing van 15 november 2024 verlengd voor een termijn van één jaar.

2.Procesverloop

De rechtbank heeft op 7 oktober 2025 van het Openbaar Ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de tbs met voorwaarden voor de duur van één jaar. De vereiste stukken zijn bijgevoegd dan wel toegezonden.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 4 november 2025 behandeld. Betrokkene, zijn raadsman en de officier van justitie, mr. P.W.P. Emmen, zijn gehoord. Tevens zijn als deskundigen [psychiater] , en [reclasseringsmedewerker] , gehoord.
Daarnaast is namens het [slachtoffer] in de gelegenheid gesteld het woord te voeren over de voorwaarden die direct de belangen van het slachtoffer raken.

3.Adviezen

3.1.
Adviezen (externe) gedragsdeskundigen
Advies psychiater
Uit het rapport van [psychiater] d.d. 8 augustus 2025 blijkt dat betrokkene lijdt aan meervoudige complexe psychopathologie. Er is bij hem sprake van ADHD, een alcoholverslaving in remissie en een antisociale persoonlijkheidsstoornis met borderlinekenmerken. Het risico op recidive wordt ingeschat op laag tot matig, indien betrokkene zich blijft inzetten voor behandeling en begeleiding.
De psychiater adviseert de tbs met voorwaarden niet te verlengen, nu hij geen verdere vermindering verwacht van het toch al laag tot matige recidiverisico. De psychiater verwacht daarentegen dat verlenging van de tbs met voorwaarden averechts zal werken en betrokkene zich mogelijk zal onttrekken aan de behandeling en begeleiding op vrijwillige basis.
Ter zitting heeft de deskundige daaraan nog het volgende toegevoegd. Betrokkene ziet zelf in dat alcoholgebruik een risicofactor is en is van plan om geen alcohol meer te drinken. De deskundige ziet dit als haalbaar, zolang betrokkene de hulp blijft accepteren die hij nodig heeft. Het recidiverisico schat hij in als laag tot op zijn hoogst matig, indien betrokkene geen alcohol gebruikt, zijn medicijnen voor ADHD gebruikt en begeleiding blijft krijgen.
Advies reclassering
De reclassering heeft in het rapport van 22 september 2025 geadviseerd de tbs met voorwaarden niet te verlengen, nu binnen dit kader het hoogste haalbare is bereikt. Betrokkene heeft aangetoond dat hij ondanks de nog aanwezige problematiek kan omgaan met uitdagingen en stressfactoren. Hierbij blijft begeleiding ter ondersteuning van belang. Deze begeleiding wordt ook na beëindiging van de tbs met voorwaarden voortgezet door [begeleiding] . Evenmin ziet de reclassering meerwaarde in het verlengen van de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (hierna: GVM), omdat het risico is afgenomen naar laag. Reclasseringsinterventies worden niet meer noodzakelijk geacht, nu de vrijwillige begeleiding gewaarborgd zal blijven.
Ter zitting heeft de deskundige hieraan toegevoegd dat betrokkene zeer recent nogmaals heeft aangetoond goed om te gaan met stressfactoren. Wanneer hij spanning en stress ervaart, belt hij zijn begeleiding en aanvaart het advies dat zij geven.

4.Standpunt van partijen

4.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vordert de vordering tot verlenging van de tbs af te wijzen, gelet op hetgeen door deskundigen in hun rapportages en adviezen naar voren is gebracht en hetgeen ter zitting is besproken. Het hoogst haalbare in het kader van de tbs met voorwaarden is bereikt en het recidiverisico wordt als laag ingeschat. Betrokkene blijft begeleiding nodig hebben, maar accepteert dit op vrijwillige basis. Gelet op het lage recidiverisico wordt de tenuitvoerlegging van de GVM niet gevorderd.
4.2.
Het standpunt van de verdediging
Betrokkene deelt mee dat het goed met hem gaat. Hij is getrouwd en woont samen met zijn vrouw en twee van haar kinderen. Hij vindt het belangrijk dat de begeleiding die hij heeft vanuit [begeleiding] voort zal duren en is gemotiveerd zich daarvoor in te zetten. Soms ervaart hij stress, maar hij heeft geleerd de situatie eerst te bespreken en daarna pas te handelen.
De raadsman verwijst naar de rapporten, die constant positief zijn geweest. Betrokkene heeft inzicht in zijn problematiek, is zich bewust van zijn kwetsbaarheden en heeft deze geaccepteerd. Door deze acceptatie heeft verandering plaatsgevonden. Ook staat betrokkene nu positief tegenover het vragen van hulp, waar hij zich voorheen voor schaamde. Betrokkene luistert naar advies van zijn begeleiding en evalueert situaties die hem moeite kosten en waarbij emoties hoog opgelopen zijn met hen. Betrokkene heeft voldoende begeleiding en is gemotiveerd deze voort te zetten, waardoor het kader van tbs met voorwaarden niet langer nodig is.

5.Beoordeling

De rechtbank verenigt zich met de hiervoor aangehaalde rapporten van de deskundigen, hun toelichting daarop en de ingenomen standpunten van de officier van justitie en de verdediging tot beëindiging van de tbs. Gebleken is dat de persoonlijkheidsproblematiek van betrokkene, die destijds heeft geleid tot oplegging van de tbs met dwangverpleging, nog aanwezig en tevens blijvend van aard is en ook altijd enig risico zal blijven vormen. Het hieruit voortvloeiende recidiverisico wordt ingeschat als laag. Dit is het laagst mogelijke niveau dat in rapporten geadviseerd kan worden. De verwachting is dat dit ook zo zal blijven zonder tbs-kader nu betrokkene de noodzaak van hulp in een vrijwillig kader inziet en accepteert. Om de tbs met voorwaarden te verlengen dient het recidivegevaar zodanig te zijn dat het de tbs-maatregel rechtvaardigt. De rechtbank is van oordeel dat daarvan geen sprake meer is. De angst van het slachtoffer voor betrokkene is voorstelbaar, maar vormt met het huidige lage recidiverisico geen grond voor verlenging van de maatregel.
Nu de officier van justitie geen tenuitvoerlegging van de GVM heeft gevorderd, kan en zal de rechtbank daarover geen beslissing nemen.
Gelet op hetgeen hierboven is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, niet langer meer eist dat de tbs wordt verlengd. De vordering van de officier van justitie wordt dan ook afgewezen.

6.Beslissing

De rechtbank:
wijst afde vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar d.d. 7 oktober 2025.
Deze beslissing is genomen door mr. C.H.M. Pastoors, voorzitter,
en mr. G.M.J. Kok en mr. A.L. Hoekstra, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.E. van Wijk, griffier en is uitgesproken ter openbare zitting op 4 november 2025.