ECLI:NL:RBZWB:2025:789
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. Hopmans
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in familiezaken met ingetrokken verzoek
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is op 11 februari 2025 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende voorlopige voorzieningen. De zaak betreft een verzoek van [vrouw 1], vertegenwoordigd door advocaat mr. W. Tiggelaar, en [vrouw 2], vertegenwoordigd door advocaat mr. D.C.A. van Wessel. Het verzoekschrift voor de voorlopige voorziening werd op 2 september 2024 ingediend, maar de mondelinge behandeling die op 5 december 2024 gepland stond, is op verzoek van partijen niet doorgegaan.
Op 13 januari 2025 heeft [vrouw 1] haar verzoek ingetrokken via een F5-formulier, omdat partijen overeenstemming hebben bereikt. Hierdoor was de rechtbank niet meer in de positie om het verzoek te beoordelen. De rechtbank heeft [vrouw 1] niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek, wat betekent dat het verzoek niet verder in behandeling wordt genomen. Deze beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. Brok.
De beschikking benadrukt het belang van overeenstemming tussen partijen in familiezaken en de mogelijkheid om verzoeken in te trekken wanneer er een oplossing is gevonden. Dit draagt bij aan de efficiëntie van de rechtsgang en voorkomt onnodige procedures.