Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 29 augustus 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het negeren van een rood verkeerslicht op de Van Beethovenlaan te Roosendaal op 10 maart 2023. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Tijdens de zitting op 29 augustus 2025 was betrokkene niet aanwezig, en de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie heeft schriftelijk een standpunt ingenomen. De kantonrechter heeft de zaak eerder behandeld op 3 juli 2025, maar de behandeling was aangehouden omdat betrokkene mogelijk niet op de hoogte was van de oproepingsbrief. Betrokkene is later op de hoogte gesteld en opgeroepen voor de zitting, maar heeft nagelaten gronden in te dienen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, voldoende is aangetoond door de verklaring van de verbalisant. De kantonrechter heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan deze verklaring en heeft het beroep ongegrond verklaard. De boete is terecht opgelegd en er zijn geen redenen om deze te matigen. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. W.H.C. van Eck, kantonrechter, en griffier E. Alekperov.