ECLI:NL:RBZWB:2025:7814

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
29 augustus 2025
Publicatiedatum
13 november 2025
Zaaknummer
11117765 \ MB VERZ 24-382
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.H.C. van Eck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens negeren rood verkeerslicht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 29 augustus 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het negeren van een rood verkeerslicht op de Van Beethovenlaan te Roosendaal op 10 maart 2023. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Tijdens de zitting op 29 augustus 2025 was betrokkene niet aanwezig, en de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie heeft schriftelijk een standpunt ingenomen. De kantonrechter heeft de zaak eerder behandeld op 3 juli 2025, maar de behandeling was aangehouden omdat betrokkene mogelijk niet op de hoogte was van de oproepingsbrief. Betrokkene is later op de hoogte gesteld en opgeroepen voor de zitting, maar heeft nagelaten gronden in te dienen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, voldoende is aangetoond door de verklaring van de verbalisant. De kantonrechter heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan deze verklaring en heeft het beroep ongegrond verklaard. De boete is terecht opgelegd en er zijn geen redenen om deze te matigen. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. W.H.C. van Eck, kantonrechter, en griffier E. Alekperov.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Bergen op Zoom
zaaknummer : 11117765 \ MB VERZ 24-382
CJIB-nummer : [cjib-nummer]
uitspraakdatum : 29 augustus 2025
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 29 augustus 2025. Namens de officier van justitie, werkzaam bij het CVOM te Utrecht (hierna: zittingsvertegenwoordiger), is wegens verhindering niemand verschenen. In plaats daarvan is schriftelijk een standpunt ingenomen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: doorgaan bij een driekleurig verkeerslicht (stoplicht) dat op rood staat op de Van Beethovenlaan te Roosendaal op 10 maart 2023 om 21:03 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat hij zich niet met de beslissing van de officier van justitie kan verenigen.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. De boete is terecht opgelegd. Uit de verklaring van de verbalisant blijkt dat er een rood licht werd genegeerd. De verbalisant had tevens direct zicht op het verkeerslicht tijdens zijn waarneming. De zittingsvertegenwoordiger hecht doorslaggevende waarde aan de verklaring van de verbalisant en wijst erop dat bij direct zicht het niet noodzakelijk is om de werking van de verkeerslichten te controleren.

Overwegingen

De zaak is eerder behandeld op de zitting van 3 juli 2025. De kantonrechter heeft de behandeling van de zaak toen aangehouden omdat betrokkene mogelijk niet op de hoogte was van de oproepingsbrief en de zitting.
Uit het dossier volgt dat betrokkene per brief op de hoogte is gesteld dat gemachtigde zich heeft onttrokken en betrokkene in de gelegenheid wordt gesteld om nadere gronden in te dienen. Vervolgens is betrokkene 4 juni 2025 opgeroepen voor deze zitting.
Betrokkene heeft nagelaten gronden in te dienen. De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. Een enkele ontkenning vormt onvoldoende aanleiding om te twijfelen aan de gedraging.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.H.C. van Eck, kantonrechter, bijgestaan door de griffier E. Alekperov, en in het openbaar uitgesproken op 29 augustus 2025.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: