ECLI:NL:RBZWB:2025:7812

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
29 augustus 2025
Publicatiedatum
13 november 2025
Zaaknummer
11310798 \ MB VERZ 24-725
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.H.C. van Eck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens snelheidsovertreding tijdens inhaalmanoeuvre

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 29 augustus 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het overschrijden van de maximumsnelheid op een autosnelweg buiten de bebouwde kom. De gedraging vond plaats op 22 december 2023, waarbij de betrokkene 6 km per uur te hard reed op de Trajectcontrole A58 te Roosendaal. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Tijdens de zitting was de betrokkene niet aanwezig, maar had hij schriftelijk zijn standpunt ingediend. Hij voerde aan dat de boete niet redelijk was, omdat hij bezig was met een inhaalmanoeuvre en zich in een gevaarlijke situatie bevond door een ander voertuig dat hem snel naderde.

De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard, stellende dat uit de stukken blijkt dat de betrokkene over een afstand van 2009 meter de maximumsnelheid heeft overschreden. De kantonrechter heeft de verklaring van de verbalisant als voldoende bewijs beschouwd en heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de opgelegde boete. De kantonrechter oordeelde dat de gedraging tijdens een trajectcontrole heeft plaatsgevonden, wat uitsluit dat er sprake was van een verhoogde snelheid van korte duur. Uiteindelijk werd het beroep ongegrond verklaard en de boete bevestigd.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Bergen op Zoom
zaaknummer : 11310798 \ MB VERZ 24-725
CJIB-nummer : [cjib-nummer]
uitspraakdatum : 29 augustus 2025
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 29 augustus 2025. Namens de officier van justitie, werkzaam bij het CVOM te Utrecht (hierna: zittingsvertegenwoordiger), is wegens verhindering niemand verschenen. In plaats daarvan is schriftelijk een standpunt ingenomen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: 6 km per uur harder rijden dan mag op een autosnelweg buiten de bebouwde kom (verkeersbord A1) op de Trajectcontrole A58 te Roosendaal op 22 december 2023 om 10:59 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Betrokkene was bezig met het inhalen van een persoon die een gevaar op de weg vormde. Tijdens het inhalen gaf de persoon gas bij. Om de inhaalmanoeuvre tijdig en veilig af te handelen heeft betrokkene kort extra gas gegeven. Ook kwam er iemand heel hard op de linkerbaan achter betrokkene gereden. Deze kwam steeds dichterbij. Als betrokkene zich aan de maximumsnelheid hield, dan had hij zichzelf in gevaar gebracht.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Uit de stukken blijkt dat het voertuig van betrokkene over een afstand van 2009 meter de maximumsnelheid heeft overschreden. Dit is vastgesteld op basis van een tijdsmeting en voornoemde afstand, waaruit een gemiddelde snelheid is geconstateerd die hoger lag dan de toegestane snelheid. Uit de foto’s blijkt dat het voertuig bij het beginportaal en bij het eind portaal op de meest linkerbaan reed. De omstandigheid dat een ander voertuig met groot licht seinde en hard aan kwam rijden, blijkt niet uit de stukken. Echter ook met de door betrokkene omstandigheden van niet één, maar twee voertuigen, acht de zittingsvertegenwoordiger onvoldoende aannemelijk dat de omstandigheden ten tijde van de meting dusdanig waren dat betrokkene niet anders kon of moest handelen. De beschikking is daarom terecht opgelegd.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Betrokkene ontkent dit ook niet.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen. De gedraging heeft plaatsgevonden tijdens een trajectcontrole, waardoor volgens de kantonrechter uitgesloten is dat sprake was een verhoogde snelheid van korte duur.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.H.C. van Eck, kantonrechter, bijgestaan door de griffier E. Alekperov, en in het openbaar uitgesproken op 29 augustus 2025.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: