In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat eiser heeft ingesteld, omdat de staatssecretaris volgens hem niet op tijd heeft beslist op het bezwaar van 19 november 2024. De rechtbank verklaart het beroep kennelijk niet-ontvankelijk, omdat de staatssecretaris na het instellen van het beroep alsnog een besluit heeft genomen op 17 maart 2025. Eiser kan zich in dit besluit vinden, waardoor hij geen procesbelang meer heeft bij de beoordeling van het beroep. Dit betekent dat de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaart en de staatssecretaris verplicht om het griffierecht van € 194,- aan eiser te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert op 13 november 2025 en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.