Op 11 november 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beslissing genomen over de voortzetting van de ISD-maatregel voor een veroordeelde, die in 1981 is geboren en momenteel verblijft op een onbekend adres. De ISD-maatregel was eerder opgelegd door het gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 15 november 2023 en is onherroepelijk geworden op 29 november 2023. De verdediging had op 1 juli 2025 een verzoek ingediend voor een tussentijdse beoordeling van deze maatregel. Tijdens de zitting op 28 oktober 2025 zijn de officier van justitie, mr. F.A. van Peski, en de gemachtigd raadsman, mr. D.T. Stoof, gehoord. De veroordeelde zelf was niet aanwezig. Een deskundige, senior casemanager ISD, heeft een evaluatierapport gepresenteerd waarin werd geadviseerd om de ISD-maatregel voort te zetten. Dit advies was gebaseerd op het feit dat eerdere klinische plaatsingen niet het gewenste resultaat hadden opgeleverd en dat de huidige situatie van de veroordeelde, die nu begeleid woont, nog steeds een verhoogd recidiverisico met zich meebrengt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de voortzetting van de maatregel noodzakelijk is om de veroordeelde in een stabiele positie te brengen en verdere behandelingen te waarborgen. De rechtbank concludeert dat er geen omstandigheden zijn die een voortijdige beëindiging van de ISD-maatregel rechtvaardigen en heeft besloten dat de maatregel moet worden voortgezet.