ECLI:NL:RBZWB:2025:7706
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot proceskostenvergoeding na intrekking beroep tegen niet tijdig beslissen door bestuursorgaan
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 november 2025, wordt het verzoek van verzoekster om een veroordeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlissingen in de proceskosten beoordeeld. Verzoekster had eerder een beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door het college op haar bezwaar van 13 augustus 2024. Dit beroep werd ingetrokken nadat het college op 25 februari 2025 alsnog op het bezwaar had beslist. De rechtbank heeft het college in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling, maar het college heeft hierop niet gereageerd.
De rechtbank oordeelt dat verzoekster recht heeft op een vergoeding van haar proceskosten, omdat het college tegemoet is gekomen aan haar beroep door alsnog te beslissen op het bezwaar. De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe en kent een bedrag van € 453,50 toe aan verzoekster, aangezien de gemachtigde van verzoekster een beroepschrift heeft ingediend en de zaak enkel betrekking had op de overschrijding van de beslistermijn. Daarnaast wordt het college verplicht om het door verzoekster betaalde griffierecht van € 385,- te vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.