ECLI:NL:RBZWB:2025:7705
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedure tegen Dienst Toeslagen
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 november 2025, wordt het verzoek van verzoekster om een veroordeling van Dienst Toeslagen in de proceskosten beoordeeld. Verzoekster had beroep ingesteld omdat Dienst Toeslagen niet tijdig had beslist op haar verzoek tot herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. Nadat Dienst Toeslagen op 8 april 2025 alsnog had beslist, trok verzoekster haar beroep in en verzocht om een proceskostenvergoeding. De rechtbank heeft Dienst Toeslagen in de gelegenheid gesteld te reageren op het verzoek, maar deze heeft niet gereageerd. In het verweerschrift erkende Dienst Toeslagen echter al dat verzoekster recht had op een proceskostenvergoeding.
De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe, omdat Dienst Toeslagen tegemoet is gekomen aan verzoekster door alsnog te beslissen op haar verzoek. De rechtbank oordeelt dat verzoekster recht heeft op een vergoeding van € 453,50 voor de proceskosten, aangezien de gemachtigde van verzoekster een beroepschrift heeft ingediend en de zaak enkel betrekking had op de overschrijding van de beslistermijn. Daarnaast is Dienst Toeslagen verplicht om het door verzoekster betaalde griffierecht van € 53,- te vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.