In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 november 2025, wordt het beroep van eiseres B.V. beoordeeld tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres heeft een aanvraag ingediend op 19 november 2024 voor herbeoordeling van de arbeidsongeschiktheid van een (ex-)werknemer. Het UWV heeft echter niet tijdig beslist op deze aanvraag, wat aanleiding geeft tot het indienen van beroep. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, omdat het UWV de wettelijke beslistermijn van acht weken heeft overschreden. Eiseres heeft het UWV op 26 maart 2025 in gebreke gesteld, maar er is nog steeds geen besluit genomen. De rechtbank bepaalt dat het UWV binnen twee weken na deze uitspraak alsnog een besluit moet nemen, maar geeft het UWV vier maanden de tijd om dit te doen, gezien de omstandigheden zoals een tekort aan verzekeringsartsen. Tevens wordt een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor proceskosten van € 453,50 en het griffierecht van € 385,- moet door het UWV worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen.