ECLI:NL:RBZWB:2025:763

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 januari 2025
Publicatiedatum
13 februari 2025
Zaaknummer
11102900 MB VERZ 24-390
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.H.C. van Eck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete ongegrond verklaard, gedraging staat vast

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 januari 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden met een voertuig waarvan de glazen verlichtingsarmaturen of retroreflectoren niet aan de gestelde eisen voldeden. Dit vond plaats op 11 januari 2023 om 14.08 uur op de Oude Rijksweg te Kruiningen. De betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 3 januari 2025 was de betrokkene niet aanwezig, maar de officier van justitie werd vertegenwoordigd door mr. A. de Vreeze. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en de gedraging vastgesteld op basis van de verklaring van de verbalisant. De betrokkene voerde aan dat de boete niet redelijk was, omdat hij de folie had verwijderd en de auto in deze staat had gekocht zonder waarschuwing te hebben ontvangen. De zittingsvertegenwoordiger stelde echter dat de gedraging duidelijk was en dat de verbalisant discretionaire bevoegdheid had om een boete op te leggen.

De kantonrechter oordeelde dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs bood voor de gedraging en dat er geen specifieke feiten of omstandigheden waren die aanleiding gaven om aan de juistheid van deze verklaring te twijfelen. De kantonrechter benadrukte dat de bestuurder verantwoordelijk is voor het naleven van de regels en verplichtingen met betrekking tot het voertuig. Gezien deze overwegingen werd het beroep ongegrond verklaard en de boete als terecht opgelegd beschouwd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. W.H.C. van Eck, bijgestaan door griffier mr. J.E. Lorello-Willeboordse.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 11102900 \ MB VERZ 24-390
CJIB-nummer : 6062 5422 5547 1819
uitspraakdatum : 3 januari 2025
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 3 januari 2025. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: als bestuurder van een voertuig rijden, terwijl glazen verlichtingsarmaturen of retroreflect. niet aan gestelde eisen voldoen op de Oude Rijksweg te Kruiningen op 11 januari 2023 om 14.08 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Betrokkene heeft zelf de folie weggehaald en heeft de auto in deze staat gekocht. Betrokkene heeft geen waarschuwing gekregen maar kreeg gelijk een boete.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. De gedraging kan worden vastgesteld gelet op de duidelijke omschrijving van de verbalisant. Bovendien ontkent betrokkene de gedraging niet. De verbalisant heeft een discretionaire bevoegdheid om te kiezen tussen een waarschuwing of een boete. In dit geval is direct bekeurd.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Betrokkene ontkent dit feitelijk ook niet.
In zaken op grond van de Wahv biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven om te twijfelen aan de juistheid van die verklaring of indien dergelijke feiten en omstandigheden uit het dossier blijken.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. Een verbalisant heeft voor het opleggen van een boete op grond van de Wahv een zekere discretionaire bevoegdheid. De verbalisant kan afhankelijk van de omstandigheden van het geval afzien van het opleggen van een boete. In dit geval is niet gebleken van feiten en omstandigheden op grond waarvan de verbalisant had moeten afzien van het opleggen van de boete. Bovendien draagt een bestuurder van een voertuig de verantwoordelijkheid om zich te houden aan de regels en verplichtingen voor het voertuig, zo ook het op orde houden van de (juiste) verlichting.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.H.C. van Eck, kantonrechter, bijgestaan door de griffier mr. J.E. Lorello-Willeboordse, en in het openbaar uitgesproken op 3 januari 2025.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: