In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 november 2025, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Samenwerking de Bevelanden van 2 juni 2025 behandeld. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de wijziging van de norm van zijn bijstandsuitkering, maar de rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat eiser het verschuldigde griffierecht van € 53,- niet tijdig heeft betaald. De rechtbank heeft eiser in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te voldoen, zowel per gewone als per aangetekende brief, maar eiser heeft hier geen gehoor aan gegeven en geen verontschuldiging voor het verzuim aangedragen. Hierdoor blijft het bestreden besluit in stand en wordt het beroep niet inhoudelijk beoordeeld. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.