ECLI:NL:RBZWB:2025:7520
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beslissing over niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen brief van de minister van Financiën inzake persoonsgegevens in de Fraude Signalering Voorziening
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedaan op 6 november 2025, staat de beslissing van de minister van Financiën centraal, die het bezwaar van eiser tegen een brief van 4 augustus 2023 niet ontvankelijk heeft verklaard. De minister stelt dat deze brief geen besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat het niet gericht is op rechtsgevolg. Eiser is het hier niet mee eens en heeft beroep ingesteld. De rechtbank oordeelt dat de brief van 4 augustus 2023 inderdaad geen besluit is, omdat het enkel een mededeling betreft over de opname van eisers persoonsgegevens in de Fraude Signalering Voorziening (FSV) zonder rechtsgevolgen. De rechtbank legt uit dat de brief geen verandering in de rechten of plichten van eiser met zich meebrengt. Eiser heeft ook een ingebrekestelling ingediend wegens niet tijdig beslissen op zijn bezwaarschrift, maar de rechtbank oordeelt dat hij geen recht heeft op een dwangsom, omdat de aanvraag kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor eiser zijn griffierecht niet terugkrijgt en geen proceskostenvergoeding ontvangt.