ECLI:NL:RBZWB:2025:752

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
12 februari 2025
Publicatiedatum
12 februari 2025
Zaaknummer
11270102 CV EXPL 24-4164 (T)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • Rouwen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot terugbetaling van koopsom na ontdekking van diefstal van crossmotor

In deze bodemzaak vordert de koper van een tweedehands crossmotor, aangeschaft van de verkoper via Facebook Marketplace, de terugbetaling van de koopsom van € 4.500,00. De koper stelt dat de crossmotor, die hij op 17 juli 2021 heeft gekocht, op 26 maart 2023 door de politie in beslag is genomen omdat deze gestolen bleek te zijn. De koper was niet op de hoogte van de diefstal en heeft de crossmotor definitief verloren. Hij heeft een strafbeschikking ontvangen van het Openbaar Ministerie wegens schuldheling, wat hem € 600,00 heeft gekost. De koper beroept zich op wederzijdse dwaling (artikel 6:228 lid 1, onder c BW) en stelt dat hij de overeenkomst nooit had gesloten als hij had geweten dat de motor gestolen was. De verkoper betwist de vordering en stelt dat de koper niet heeft aangetoond dat de in beslag genomen motor dezelfde is als de motor die hij heeft verkocht. De kantonrechter heeft tijdens de mondelinge behandeling vastgesteld dat de koper bewijs moet leveren dat de in beslag genomen motor dezelfde is als de motor die hij van de verkoper heeft gekocht. De rechter heeft de koper opgedragen om dit bewijs te leveren en de zaak is aangehouden voor verdere behandeling.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 11270102 \ CV EXPL 24-4164
Vonnis van 12 februari 2025
in de zaak van
[koper]
wonende te [plaats 1]
eisende partij
hierna te noemen: [koper]
gemachtigde: mr. S. van Gansewinkel
tegen
[verkoper]
wonende te [plaats 2]
gedaagde partij
hierna te noemen: [verkoper]
gemachtigde: mr. K.J. Breedijk

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 9 oktober 2024;
- de mondelinge behandeling van het geschil ter zitting van 22 januari 2025, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.

2.Het geschil

2.1.
[koper] vordert dat [verkoper] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld om aan hem € 4.500,00 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 2 december 2023, althans vanaf 15 december 2023, althans vanaf de datum van dagvaarding, en vermeerderd met € 695,75 wegens buitengerechtelijke kosten. Daarnaast vordert hij veroordeling van [verkoper] , eveneens uitvoerbaar bij voorraad, in de kosten van de procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover indien deze kosten niet zijn voldaan binnen 14 dagen nadat vonnis is gewezen, en te vermeerderen met de nakosten.
2.2.
Aan die vordering legt [koper] het volgende ten grondslag.
Op 17 juli 2021 heeft hij via Marketplace Facebook van [verkoper] een crossmotor van het type KTM 250SX 2019 gekocht voor een bedrag van € 4.500,00. Diezelfde dag heeft hij de crossmotor bij [verkoper] thuis opgehaald.
Op 26 maart 2023 werd de crossmotor door de politie in beslag genomen. De crossmotor bleek te zijn gestolen. Daarvan was hij niet op de hoogte. Later berichtte het Openbaar Ministerie hem dat de crossmotor aan de rechthebbende zou worden teruggegeven. Hij is de crossmotor dus definitief kwijt. Tevens ontving hij via het CJIB een strafbeschikking van de officier van justitie wegens overtreding van artikel 417bis, aanhef en onder a Wetboek van Strafrecht (schuldheling van een goed) voor het bedrag van € 600,00. Die boete heeft hij betaald. Zijn gemachtigde heeft [verkoper] schriftelijk gesommeerd tot terugbetaling van het bedrag van € 4.500,00. Die reageerde met de mededeling dat hij de motor via Marktplaats van een ander heeft gekocht. [verkoper] is niet tot betaling overgegaan.
Hij, [koper] , stelt zich op het standpunt dat de overeenkomst tussen hem en
[verkoper] tot stand is gekomen onder invloed van wederzijdse dwaling (artikel 6:228 lid 1, onder c van het Burgerlijk Wetboek). Hij had de overeenkomst nooit gesloten als hij had geweten dat het om een gestolen crossmotor ging en [verkoper] niet bevoegd was om daarover te beschikken en die aan hem te leveren. [verkoper] stelt dat hij niet wist dat de crossmotor gestolen bleek te zijn. [verkoper] is van dezelfde onjuiste voorstelling van feiten uitgegaan. Aan alle vereisten voor een geslaagd beroep op wederzijdse dwaling is voldaan. Hij heeft daarom het recht om de overeenkomst met [verkoper] te vernietigen en het bedrag van € 4.500,00 terug te vorderen.
2.3.
[verkoper] betwist de vordering en concludeert tot afwijzing daarvan, met veroordeling van [koper] in de kosten van de procedure.
2.4.
[verkoper] voert daartoe aan dat hij weliswaar een crossmotor heeft verkocht aan [koper] maar dat [koper] niet aannemelijk heeft gemaakt dat de motor die hij in deze procedure noemt dezelfde motor is. Bewijs daarvan heeft [koper] niet geleverd. Het feit dat hij akkoord is gegaan met de strafbeschikking duidt er op dat het om een andere motor gaat. Dit kan immers betekenen dat [koper] betrokken was bij het betreffende feit, maar dan ten aanzien van een andere motor dan die hij van hem heeft gekocht. Het roept in ieder geval de vraag op waarom het Openbaar Ministerie tegen hem geen actie heeft ondernomen als de betreffende motor inderdaad van hem afkomstig was en onrechtmatig zou zijn verkregen. Hij betwist dan ook uitdrukkelijk dat het om dezelfde motor gaat.

3.De beoordeling

3.1.
Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen hun standpunten toegelicht. Aan de hand daarvan kan worden vastgesteld dat [koper] van [verkoper] een crossmotor heeft gekocht. Beiden handelden toen als ‘particulier’ of consument, dat wil zeggen niet in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Dat [koper] voor deze crossmotor € 4.500,00 aan [verkoper] heeft betaald heeft laatstgenoemde niet weersproken, zodat dit vast staat.
3.2.
[koper] heeft ter zitting enkele foto’s van de door hem bedoelde motor getoond. Hij verklaarde dat hij die foto’s thuis heeft gemaakt, nadat hij de motor bij
[verkoper] had opgehaald. De motor heeft geen kentekenplaat (geen verplichte inschrijving in het kentekenregister, kantonrechter), wel een framenummer in de voorvork, aldus [koper] , die als bijzondere kenmerken van de motor nog de speciale stickerset op de kappen en de goudkleurige cilinderkop noemde. [verkoper] voert aan dat deze kenmerken niet aantonen dat de crossmotor dezelfde is als die door hem aan [koper] is verkocht.
3.3
Overwogen wordt dat, [koper] meer gegevens moet aandragen om zijn standpunt te onderbouwen. Ondanks de niet alledaagse transactie en de gelijkenis van de crossmotor op de door [koper] gemaakte foto’s met de motor op de (niet heel duidelijke) foto in de advertentie die [koper] bij zijn dagvaarding heeft overgelegd, is in het licht van de betwisting van de vordering door [verkoper] , hetgeen [koper] tot nog toe heeft aangevoerd vooralsnog onvoldoende om in rechte te kunnen vaststellen dat de van hem in beslag genomen crossmotor dezelfde is als de motor die hij van
[verkoper] heeft gekocht.
3.4
Op grond van het bepaalde in artikel 150 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering draagt de partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van door haar gestelde feiten of rechten, de bewijslast daarvan, tenzij uit enige bijzondere regel of uit de eisen van redelijkheid en billijkheid een andere verdeling van de bewijslast voortvloeit. Aangezien
[koper] stelt dat de crossmotor die hij van [verkoper] heeft gekocht dezelfde crossmotor is als die op 26 maart 2023 door de politie in beslag werd genomen, terwijl
[verkoper] dit gemotiveerd betwist, rust de bewijslast van die stelling op [koper] . [koper] zal daarom - overeenkomstig het door hem gedane bewijsaanbod - worden toegelaten tot (nadere) bewijslevering zoals bij de beslissing hierna wordt weergegeven.
3.5
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
draagt [koper] op te bewijzen dat de door de politie van hem in beslag genomen crossmotor dezelfde crossmotor is als de crossmotor die hij van [verkoper] heeft gekocht;
4.2.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
woensdag 12 maart 2025 (09.00 uur)voor uitlating door [koper] of hij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel;
4.3.
bepaalt dat, als [koper] geen bewijs door het horen van getuigen wil leveren maar wel bewijsstukken over wil leggen, hij die stukken dan direct in het geding moet brengen;
4.4.
bepaalt dat, als [koper] getuigen wil laten horen, hij de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun gemachtigden in de maanden maart tot en met mei 2025 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald;
4.5.
bepaalt dat een eventueel getuigenverhoor zal plaatsvinden op de zitting van
mr. Rouwen, in het gerechtsgebouw te Tilburg, Piusplein 50;
4.6.
bepaalt dat beide partijen uiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor alle beschikbare bewijsstukken aan de kantonrechter en de wederpartij moeten toesturen;
4.7.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Rouwen en is in het openbaar uitgesproken op 12 februari 2025.