Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 september 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden van 21 km per uur te hard binnen de bebouwde kom op de Van Beethovenlaan te Roosendaal op 10 juli 2023. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep niet-ontvankelijk verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 4 september 2025 was de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. R. Baltus, aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en de standpunten van beide partijen gehoord. De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht om de beslissing van de officier van justitie te vernietigen en het beroep gegrond te verklaren, onder verwijzing naar onregelmatigheden in de schouwrapporten die ten tijde van de gedraging niet in orde waren.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat niet is komen vast te staan dat de gedraging daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, mede door de onregelmatigheden in de schouwrapporten. Hierdoor is de boete ten onrechte opgelegd. De kantonrechter heeft het beroep gegrond verklaard, de beschikking waarbij de boete was opgelegd en de beslissing van de officier van justitie vernietigd, en bepaald dat het bedrag van € 242,- dat betrokkene als zekerheid heeft betaald, door de officier van justitie moet worden terugbetaald. Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.