ECLI:NL:RBZWB:2025:7500

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
29 augustus 2025
Publicatiedatum
31 oktober 2025
Zaaknummer
11260983 \ MB VERZ 24-628
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.H.C. van Eck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 29 augustus 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op de Stadsedijk te Oudemolen op 21 april 2023. Betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde, beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 29 augustus 2025 was betrokkene aanwezig, terwijl de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie schriftelijk een standpunt had ingenomen.

Betrokkene heeft in zijn beroepschrift aangevoerd dat hij niet de gedraging heeft verricht, maar dat hij gestopt was in een parkeervak om zijn telefoon te gebruiken. Hij heeft bewijsstukken overgelegd, waaronder een foto en een ritregistratie, ter ondersteuning van zijn verklaring. De zittingsvertegenwoordiger heeft de verklaring van de verbalisant benadrukt, die had waargenomen dat betrokkene met een mobiele telefoon in de hand reed. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat niet is komen vast te staan dat de gedraging heeft plaatsgevonden. Betrokkene is consistent geweest in zijn ontkenning, wat aanleiding gaf tot twijfel over de juistheid van de opgelegde boete.

De kantonrechter heeft het beroep gegrond verklaard, de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete was opgelegd vernietigd, en bepaald dat het bedrag van € 234 dat betrokkene als zekerheid had betaald, door de officier van justitie moet worden terugbetaald. Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Bergen op Zoom
zaaknummer : 11260983 \ MB VERZ 24-628
CJIB-nummer : [cjib-nummer]
uitspraakdatum : 29 augustus 2025
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 29 augustus 2025. Namens de officier van justitie, werkzaam bij het CVOM te Utrecht (hierna: zittingsvertegenwoordiger), is wegens verhindering niemand verschenen. In plaats daarvan is schriftelijk een standpunt ingenomen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden op de Stadsedijk te Oudemolen op 21 april 2023 om 12:01 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de gedraging niet is verricht. Betrokkene stelt te zijn gestopt in een parkeervak om zijn telefoon te gebruiken. Betrokkene heeft een foto bijgevoegd en verwijst hiernaar. Ook heeft betrokkene een ritregistratie met tijden van zijn werkbus toegevoegd, zodat te zien is dat betrokkene stil is gaan staan om zijn telefoon te gebruiken voordat betrokkene werd staandegehouden.
Ter zitting heeft betrokkene hieraan toegevoegd dat hij vaak reist voor zijn werk en dat hij weet dat er op de pleeglocatie wordt gecontroleerd. Betrokkene verwijst naar de foto en stelt dat hij juist is gestopt om zijn telefoon te gebruiken.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep gedeeltelijk gegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. De verbalisant heeft zeer gedetailleerd beschreven dat betrokkene met een mobiele telefoon ter hoogte van het stuur in de rechterhand reed en naar het scherm keek. Ook geeft de verbalisant aan dat betrokkene hem tegemoet kwam rijden en hijzelf stil stond. De zittingsvertegenwoordiger ziet geen reden tot twijfel aan de verklaring van de verbalisant. Betrokkene stelt tevens dat het pleegtijdstip niet overeenkomt met het tijdstip van staandehouden maar de waarneming heeft eerst plaatsgevonden en daarna pas de staandehouding. Het verschil in tijd is dan ook niet heel vreemd. Wel is de redelijke termijn overschreden, waardoor verzocht wordt om de boete met 25% te matigen.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de gedraging is verricht. Daarbij is van belang dat betrokkene consistent is geweest in de ontkenning, waardoor de kantonrechter aanleiding ziet om te twijfelen. Betrokkene krijgt het voordeel van de twijfel. Dit betekent dat de boete ten onrechte is opgelegd.
Het beroep is daarom gegrond. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van de officier van justitie zullen worden vernietigd. Het bedrag dat betrokkene aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de bestreden beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete is opgelegd;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 234, dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.H.C. van Eck, kantonrechter, bijgestaan door de griffier E. Alekperov, en in het openbaar uitgesproken op 29 augustus 2025.
Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.
Datum verzending: