Uitspraak
1.De procedure
- de mondelinge behandeling op 29 januari 2025 waarvan door de griffier zittingsaantekeningen zijn gemaakt.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Stichting Wonenbreburg een vordering tot ontruiming van een woning ingediend tegen een huurder, die niet is verschenen op de zitting. De vordering is gebaseerd op ernstige overlast die de huurder zou veroorzaken jegens omwonenden en medewerkers van de woningstichting. De procedure begon met een dagvaarding op 21 januari 2025, gevolgd door een mondelinge behandeling op 29 januari 2025. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurder in gebreke is gebleven en dat er sprake is van een spoedeisend belang voor Wonenbreburg. De overlast omvat verbaal en agressief gedrag, wat heeft geleid tot angst bij omwonenden en medewerkers. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering tot ontruiming gegrond is, gezien de ernst van de situatie en de kans van slagen in een eventuele bodemprocedure. De huurder is veroordeeld om binnen acht dagen de woning te ontruimen en moet de proceskosten betalen, die zijn begroot op € 958,45. Het vonnis is uitgesproken op 5 februari 2025.