Op 12 februari 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en de minister van Justitie en Veiligheid. Eiseres had op 9 oktober 2024 een verzoek ingediend op basis van de Wet open overheid (Woo) om informatie over het beleid en de financiële aspecten van de opvang van asielzoekers in Nederland van januari 2022 tot oktober 2024. De rechtbank beoordeelt het beroep van eiseres, omdat de minister niet tijdig op haar verzoek heeft beslist. De rechtbank stelt vast dat de minister de beslistermijn had overschreden, aangezien de minister uiterlijk op 20 november 2024 had moeten beslissen, maar dit niet heeft gedaan. Eiseres heeft de minister op 21 november 2024 in gebreke gesteld, waarna de rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is. De rechtbank bepaalt dat de minister binnen twee weken na deze uitspraak alsnog een besluit moet nemen, met een uiterste datum van 31 mei 2025. Tevens wordt er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de minister deze termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. De minister moet ook het griffierecht van € 187,- aan eiseres vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak.