ECLI:NL:RBZWB:2025:724
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep tegen niet tijdig beslissen UWV over WIA-herbeoordeling
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 februari 2025, wordt het beroep van eiseres, een B.V. uit [plaats], tegen het niet tijdig beslissen van het UWV over een herbeoordeling van de WIA-uitkering van een (voormalig) werknemer, behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het beroepschrift onredelijk laat is ingediend. Eiseres had op 19 april 2022 een aanvraag tot herbeoordeling ingediend bij het UWV, maar het beroep werd pas op 12 november 2024 ingesteld, meer dan twee jaar na de ingebrekestelling van 26 juni 2022. De rechtbank stelt vast dat eiseres gedurende deze periode geen actie heeft ondernomen om een besluit op haar verzoek te verkrijgen, wat leidt tot de conclusie dat het beroepschrift onredelijk laat is ingediend.
De rechtbank wijst erop dat het UWV op 18 januari 2023 een besluit heeft genomen met betrekking tot de herbeoordeling van de (voormalig) werknemer, en dat dit besluit ook aan eiseres is toegezonden. Eiseres had moeten beseffen dat het UWV mogelijk geen besluit meer zou nemen op haar aanvraag, aangezien de herbeoordeling al had plaatsgevonden. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling, en verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, in aanwezigheid van mr. M.R. Jouvenaar, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.