ECLI:NL:RBZWB:2025:7217
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
In deze zaak heeft belanghebbende, een B.V. uit [plaats], op 8 januari 2024 een brief gestuurd naar de Belastingdienst, waarin zij haar onvrede uitdrukt over een naheffingsaanslag omzetbelasting voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2016. De brief werd door de inspecteur als beroepschrift aangemerkt en doorgestuurd naar de rechtbank. De rechtbank heeft op 24 oktober 2025 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep kennelijk niet-ontvankelijk werd verklaard omdat het griffierecht niet was betaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat de belanghebbende niet tijdig het griffierecht van € 371,- heeft voldaan, ondanks herhaalde verzoeken om dit te doen. De gemachtigde van belanghebbende had aangegeven dat er sprake was van betalingsonmacht, maar dit beroep werd door de griffier afgewezen. De rechtbank heeft in haar beoordeling benadrukt dat het niet tijdig betalen van het griffierecht niet verontschuldigbaar was, en dat de rechtbank daarom niet inhoudelijk op het beroep kon ingaan. De uitspraak houdt in dat het bestreden besluit in stand blijft en dat er geen proceskostenveroordeling plaatsvindt.