ECLI:NL:RBZWB:2025:7097
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake verzoek om openbaarmaking op grond van de Wet open overheid
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker, NN, hangende de beroepsprocedure tegen de beslissing op bezwaar van de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur van 22 juli 2025. Het verzoek betreft een beroep op de Wet open overheid (Woo) en is ingediend naar aanleiding van een eerder Woo-verzoek van een derde partij. De voorzieningenrechter oordeelt dat het verzoek kennelijk gegrond is en doet uitspraak zonder zitting, zoals toegestaan onder artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De voorzieningenrechter overweegt dat de minister de openbaarmaking van documenten die bij het bestreden besluit horen, heeft opgeschort totdat de voorzieningenrechter uitspraak heeft gedaan. De vraag die voorligt is of deze opschorting langer moet duren. De voorzieningenrechter concludeert dat afwijzing van het verzoek zou betekenen dat de openbaarmaking al zou plaatsvinden voordat de rechtbank op het beroep heeft beslist, wat de beroepsprocedure zinledig zou maken.
Daarom wordt besloten dat de openbaarmaking wordt opgeschort tot twee weken na de uitspraak in de bodemprocedure. Tevens wordt de minister veroordeeld tot betaling van het griffierecht en proceskosten aan verzoeker, die in totaal € 907,- bedragen. De uitspraak is gedaan op 22 oktober 2025 en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.