ECLI:NL:RBZWB:2025:702

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
29 januari 2025
Publicatiedatum
11 februari 2025
Zaaknummer
11377888 \ CV EXPL 24-5504 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Van 't Nedereind
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande leasetermijnen en afgifte van geleased voertuig

In deze civiele zaak heeft ABN-AMRO Asset Based Finance N.V. (hierna: ABN-AMRO) een vordering ingesteld tegen CM Cleaning B.V. en M.C.K. B.V. (hierna gezamenlijk: CM Cleaning en M.C.K.) voor de betaling van openstaande leasetermijnen en de afgifte van een geleased voertuig. De gedaagden erkennen de betalingsachterstand, maar hebben niet voldaan aan hun verplichtingen om het voertuig in te leveren of het openstaande bedrag te betalen. De kantonrechter heeft de vorderingen van ABN-AMRO toegewezen, met uitzondering van de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten, die zijn gematigd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de huurkoopovereenkomst is beëindigd en CM Cleaning en M.C.K. zijn hoofdelijk veroordeeld tot afgifte van het voertuig binnen 72 uur, op straffe van een dwangsom. Daarnaast zijn zij veroordeeld tot betaling van de openstaande bedragen, inclusief rente en proceskosten. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 11377888 \ CV EXPL 24-5504
Vonnis van 29 januari 2025 (bij vervroeging)
in de zaak van
ABN-AMRO ASSET BASED FINANCE N.V.,
gevestigd te Utrecht,
eisende partij,
hierna te noemen: ABN-AMRO,
gemachtigde: mr. J. Jonk,
tegen

1.CM CLEANING B.V.,

2.
M.C.K. B.V.,
beiden gevestigd te Sprang-Capelle,
gedaagde partijen,
hierna te noemen: CM Cleaning en M.C.K.,
vertegenwoordigd door de heer [naam] , bestuurder van CM Cleaning en M.C.K.

1.De zaak in het kort

1.1.
ABN-AMRO vraagt betaling van de openstaande leasetermijnen en afgifte van het door CM Cleaning en M.C.K. geleasede voertuig dan wel, als zij dat voertuig willen overnemen, betaling van ook de btw en een bedrag voor de koopoptie. De kantonrechter wijst de vorderingen van ABN-AMRO toe en zal hieronder uitleggen hoe zij tot dit oordeel is gekomen.

2.Hoe de procedure is verlopen

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 20 november 2024;
- de mondelinge behandeling van 16 januari 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.Van welke feiten de kantonrechter uitgaat

3.1.
Per 18 januari 2021 is tussen CM Cleaning, M.C.K. en (de rechtsvoorgangster van) ABN-AMRO een huurkoopovereenkomst gesloten met betrekking tot een bedrijfswagen. Op grond van die overeenkomst moesten CM Cleaning en M.C.K. gedurende 72 maanden, bij vooruitbetaling, € 478,00 exclusief btw betalen. Op de overeenkomst zijn algemene voorwaarden van toepassing.
3.2.
CM Cleaning en M.C.K. hebben een betalingsachterstand laten ontstaan. Zij zijn bij herhaling gesommeerd om de achterstand te betalen.
3.3.
ABN-AMRO heeft de overeenkomst op 2 augustus 2024 beëindigd vanwege een betalingsachterstand van op dat moment € 9.924,07.
3.4.
CM Cleaning en M.C.K. zijn in de gelegenheid gesteld om de bedrijfswagen zelf in te leveren. Dat hebben zij niet gedaan. Ook hebben zij niet alsnog het gehele openstaande bedrag betaald.

4.Waar de kantonrechter over moet oordelen

In het incident
4.1.
ABN-AMRO vordert - samengevat - om voor de duur van het geding een voorlopige voorziening te treffen [1] , strekkende tot - kort gezegd - afgifte van de bedrijfswagen en betaling van een bedrag als ABN-AMRO tot inname daarvan moet overgaan.
In de hoofdzaak
4.2.
ABN-AMRO vordert - kort gezegd - te verklaren voor recht dat de huurkoopovereenkomst is beëindigd en veroordeling tot afgifte van de geleasede bedrijfswagen, op straffe van een dwangsom. Ook vordert ABN-AMRO - samengevat - hoofdelijke veroordeling van CM Cleaning en M.C.K. tot betaling van zowel de verlopen leasetermijnen als de toekomstige termijnen op basis van de looptijd van de overeenkomst alsmede de btw en een bedrag voor de koopoptie als CM Cleaning en M.C.K. het voertuig zouden willen overnemen, te vermeerderen met rente en kosten.
4.3.
CM Cleaning en M.C.K. erkennen de betalingsachterstand. Zij willen alsnog betalen en de bedrijfswagen houden. Zij hebben deze nodig voor het werk omdat alle bedrijfsmiddelen daarin zijn ingebouwd.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.Hoe de kantonrechter oordeelt

In het incident
5.1.
De kantonrechter zal in dit vonnis direct beslissen op de hoofdzaak zodat ABN-AMRO geen belang meer heeft bij de door haar gevorderde voorlopige voorziening. Deze wordt dan ook afgewezen.
5.2.
De proceskosten in het incident worden gecompenseerd.
In de hoofdzaak
Niet verschenen op de mondelinge behandeling
5.3.
CM Cleaning en M.C.K. zijn, hoewel behoorlijk opgeroepen, zonder bericht van verhindering, niet op de mondelinge behandeling verschenen. CM Cleaning en M.C.K. hebben zichzelf daardoor de mogelijkheid ontnomen om hun standpunten nader toe te lichten, om op de (nadere) stellingen van ABN-AMRO in te gaan en om vragen van de kantonrechter te beantwoorden. Dit, terwijl er in het tussenvonnis van 20 november 2024 uitdrukkelijk op is gewezen dat aan een eventuele niet-verschijning gevolgen kunnen worden verbonden die de kantonrechter passend acht. Door niet te verschijnen hebben partijen op de mondelinge behandeling ook geen regeling kunnen treffen. Dit is, zeker voor CM Cleaning en M.C.K. die eerder hadden aangegeven het voertuig graag te willen houden, een gemiste kans.
Beoordeling van de vorderingen
5.4.
Gelet op de erkenning van de betalingsachterstand door CM Cleaning en M.C.K. en de door ABN-AMRO op de mondelinge behandeling gegeven nadere toelichting, komen de vorderingen, met uitzondering van de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten, de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor. Deze zullen daarom worden toegewezen.
Buitengerechtelijke incassokosten
5.5.
Met betrekking tot de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten overweegt de kantonrechter het volgende.
5.6.
Partijen zijn een vergoeding overeengekomen die van de wettelijke regeling afwijkt. Omdat CM Cleaning en M.C.K. hebben gehandeld in de uitoefening van een beroep of bedrijf mag van de wettelijke regeling worden afgeweken. Daarom zal de vordering worden getoetst aan de oriëntatiepunten in het Rapport BGK-integraal, waarbij acht wordt geslagen op de wettelijke tarieven die geacht worden redelijk te zijn (Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, hierna: het Besluit). De vordering van € 3.567,91 als vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief van € 1.021,86 bij € 23.786,07 in hoofdsom. Niet gesteld of gebleken is dat de werkelijke kosten van ABN-AMRO hoger zijn dan het toepasselijke tarief van het Besluit. De kantonrechter wijst daarom € 1.021,86 toe.
5.7.
De gevorderde wettelijke rente over de buitengerechtelijke incassokosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
Proceskosten
5.8.
CM Cleaning en M.C.K. zijn in het ongelijk gesteld en moeten daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van ABN-AMRO worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
118,07
- griffierecht
1.409,00
- salaris gemachtigde
1.086,00
(2 punten × € 543,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.748,07
5.9.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
Hoofdelijkheid
5.10.
De kostenveroordelingen worden hoofdelijk uitgesproken. Dat betekent dat iedere veroordeelde kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de één (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.
Uitvoerbaar bij voorraad
5.11.
De veroordelingen in dit vonnis worden uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit betekent dat de veroordelingen uitgevoerd moeten worden, ook als eventueel in hoger beroep zou worden gegaan tegen dit vonnis.

6.De beslissing

De kantonrechter:
In het incident
6.1.
wijst het verzoek af;
6.2.
compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
In de hoofdzaak
6.3.
verklaart voor recht dat de huurkoopovereenkomst met betrekking tot het voertuig (een Renault Master met [kenteken] ) is beëindigd;
6.4.
veroordeelt CM Cleaning en M.C.K. hoofdelijk tot afgifte van het voertuig aan ABN-AMRO, dan wel een door haar aan te wijzen derde, binnen 72 uur na betekening van dit vonnis, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag, met een maximum van € 30.000,00, dat CM Cleaning en M.C.K. daaraan niet voldoen;
6.5.
veroordeelt CM Cleaning en M.C.K. hoofdelijk om aan ABN-AMRO te betalen:
€ 23.829,10 aan hoofdsom en overeengekomen rente berekend tot en met 23 september 2024, te vermeerderen met de overeengekomen rente van 1,5% per maand over € 22.050,93, met ingang van 24 september 2024, tot de dag van volledige betaling, met dien verstande dat indien het voertuig is ingeleverd en vervolgens verkocht door ABN-AMRO, dit bedrag in mindering wordt gebracht op de openstaande vordering;
€ 2.911,02 aan btw, naast het onder 6.5. sub a. genoemde bedrag, indien CM Cleaning en M.C.K. het voertuig willen overnemen en daarvan eigenaars willen worden;
€ 302,50 voor de koopoptie, naast de onder 6.5. sub a. en b. genoemde bedragen, indien CM Cleaning en M.C.K. het voertuig willen overnemen en daarvan eigenaars willen worden;
€ 1.012,86, aan buitengerechtelijke incassokosten, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW als deze kosten niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald;
€ 1.040,60 als ABN-AMRO moet overgaan tot inname van het voertuig;
€ 217,80 als ABN-AMRO moet overgaan tot aangifte bij de politie;
de proceskosten van € 2.748,07, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als CM Cleaning en M.C.K. niet tijdig aan de veroordelingen voldoen en het vonnis daarna wordt betekend en met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW als de proceskosten niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald;
6.6.
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van 't Nedereind en bij vervroeging in het openbaar uitgesproken op 29 januari 2025.

Voetnoten

1.Artikel 223 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.