ECLI:NL:RBZWB:2025:7
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Verlenging van terbeschikkingstelling met dwangverpleging voor een jaar
Op 2 januari 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1952, die momenteel verblijft in een forensische psychiatrische kliniek. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de tbs met twee jaar te verlengen, afgewezen en in plaats daarvan de tbs met verpleging van overheidswege met één jaar verlengd. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs eist, gezien het recidivegevaar dat nog steeds aanwezig is. De rechtbank heeft daarbij de adviezen van de tbs-instelling en externe gedragsdeskundigen in overweging genomen, die allen hebben geconcludeerd dat er sprake is van een gespecificeerde parafiele stoornis en een stoornis in alcoholgebruik, met een hoog recidiverisico bij beëindiging van de maatregel.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vordering tijdig is ingediend en dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vordering. De rechtbank heeft het primaire verzoek van de verdediging tot beëindiging van de tbs afgewezen, evenals het verzoek om betrokkene ter observatie naar het Pieter Baan Centrum te sturen. De rechtbank heeft echter wel rekening gehouden met de uitzichtloze situatie van betrokkene, die sinds april 2024 geen verloven meer heeft gehad, en heeft besloten de tbs-maatregel voor de duur van één jaar te verlengen. Dit biedt de mogelijkheid om de kwaliteit van leven van betrokkene te monitoren en de impasse te doorbreken. De rechtbank heeft benadrukt dat de verlenging van de maatregel niet betekent dat er over een jaar automatisch tot beëindiging zal worden besloten.