10.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Feit 1:opzetaanranding;
Feit 2:mishandeling;
Feit 3:poging tot opzetaanranding;
Feit 4:bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
Feit 5:mishandeling;
Feit 6:eenvoudige belediging, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 113 dagen;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Vorderingen tenuitvoerlegging
- wijst de vorderingen tot tenuitvoerlegging af;
Benadeelde partijen
Benadeelde partij [aangever 1]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 1] van € 500,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 oktober 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangever 1] (feiten 1 2 en 6), € 500,00 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 oktober 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening.
- bepaalt dat bij niet betaling 10 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partij [aangever 2]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 2] van € 100,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 oktober 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangever 2] (feiten 3 en 6), € 100,00 te betalen te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 oktober 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 2 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partij [aangever 3]
- verklaart de benadeelde partij [aangever 3] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt de benadeelde partij [aangever 3] in de kosten van verdachte, tot nu toe begroot op nihil;
Benadeelde partij [aangever 4]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 4] van € 200,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 oktober 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[aangever 4] (feit 5), € 200,00 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
17 oktober 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 4 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- heft het bevel tot voorlopige hechtenis op met ingang van de dag dat het voorarrest gelijk is aan de opgelegde onvoorwaardelijke straf.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.H.M. Pastoors, voorzitter, mr. K. Verschueren en
mr. A.G. van Hedel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. van Eekelen, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 12 februari 2025.