ECLI:NL:RBZWB:2025:6934
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens termijnoverschrijding in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 oktober 2025, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst van 3 oktober 2024 behandeld. De zaak betreft een aanslag schenkbelasting. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het te laat is ingediend. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken en begint op de dag na de dagtekening van de uitspraak op bezwaar. In dit geval eindigde de termijn op 14 november 2024, maar de belanghebbende heeft pas op 27 november 2024 beroep ingesteld, wat betekent dat het beroepschrift niet tijdig is ingediend.
De rechtbank onderzoekt of de termijnoverschrijding verontschuldigbaar is. De belanghebbende voert aan dat haar Google-account gehackt was, waardoor zij geen toegang had tot haar agenda en daardoor vergat om tijdig beroep in te stellen. De rechtbank oordeelt echter dat deze omstandigheden niet leiden tot een verontschuldigbare termijnoverschrijding. De rechtbank concludeert dat de belanghebbende verantwoordelijk is voor de termijnoverschrijding en dat er geen aanleiding is om het beroep inhoudelijk te beoordelen. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk, waardoor het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.