Uitspraak
Rechtbank ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
2. zonder registratie een werkzame stof, namelijk ongeveer 5 kilo ketamine Hcl, in Nederland heeft ingevoerd dan wel aanwezig heeft gehad;
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
op 28 mei 2024 te Roosendaal tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht
- ongeveer 4.000 gram, MDMA en
- ongeveer 250 gram cocaïne,
zijnde MDMA en cocaïne middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
op 28 mei 2024 te Roosendaal, tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk zonder registratie een werkzame stof, te weten ongeveer 5 kilogram ketamine Hcl heeft ingevoerd;
[naam 1] , [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] , [naam 5] , [naam 6] , [naam 7] , [naam 8] , [naam 9] op 15 mei 2024 te Maasvlakte Rotterdam, gemeente Rotterdam, wederrechtelijk hebben verbleven op een in een haven gelegen besloten plaats voor distributie, opslag en/of overslag van goederen, te weten het door hekken omgeven terrein van [bedrijf] , gelegen aan de [weg] in de Rotterdamse haven,
bij en of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op 15 mei 2024 te Maasvlakte Rotterdam, gemeente Rotterdam, opzettelijk behulpzaam is geweest door voornoemde [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] , [naam 5] , [naam 6] , [naam 7] , [naam 8] , [naam 9] naar de plaats van voornoemd delict te vervoeren en bij de plaats van voornoemd delict af te zetten.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.Het beslag
8.De wettelijke voorschriften
9.Beslissing
spreekt verdachte vrijvan het onder 10.196247.24 primair ten laste gelegde feit;
een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 16 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
hij op of omstreeks 28 mei 2024 te Roosendaal tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht
- ongeveer 4.000 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal
bevattende MDMA en/of
- ongeveer 250 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne,
zijnde MDMA en/of cocaïne (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 10 lid 5 Opiumwet, art 2 ahf/ond A Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1
Wetboek van Strafrecht)
- ongeveer 4.000 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA en/of
- ongeveer 250 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne,
zijnde MDMA en/of cocaïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 10 lid 3 Opiumwet, art 2 ahf/ond C Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1
Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 28 mei 2024 te Roosendaal, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, opzettelijk zonder registratie
( art 38 Geneesmiddelenwet)
( art 138aa lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 138aa lid 3 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
wederrechtelijk hebben verbleven op een in een haven gelegen besloten plaats voor distributie, opslag en/of overslag van goederen, te weten het door hekken omgeven terrein van [bedrijf] , gelegen aan de [weg] in de Rotterdamse haven,
bij en of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 15 mei 2024 te Maasvlakte Rotterdam, gemeente Rotterdam, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door voornoemde [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] , [naam 5] , [naam 6] , [naam 7] , [naam 8] , [naam 9] en/of een of meer (al dan niet tot op heden onbekend gebleven) mededader(s) naar de
plaats van voornoemd delict te vervoeren en/of brengen en/of op/bij de plaats van voornoemd delict af te zetten;
( art 138aa lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 138aa lid 3 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )