ECLI:NL:RBZWB:2025:688

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 januari 2025
Publicatiedatum
10 februari 2025
Zaaknummer
C/02/431078 / FA RK 25-349
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Roose
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van crisismaatregel in het kader van geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 januari 2025 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1982. De officier van justitie had verzocht om een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken, omdat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder levensgevaar. De betrokkene verblijft met een crisismaatregel bij een accommodatie, nadat de burgemeester van Goes deze maatregel op 23 januari 2025 had genomen. Tijdens de mondelinge behandeling, die plaatsvond met gesloten deuren, zijn de betrokkene en haar behandelend psycholoog gehoord. De behandelaar gaf aan dat de betrokkene suïcidale gedachten had en dat de crisismaatregel noodzakelijk was om haar veiligheid te waarborgen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene zich in een ernstige crisissituatie bevindt, waarbij de kans op suïcide reëel is. De rechtbank heeft de gevraagde machtiging verleend en de noodzakelijke vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie, medische controles, beperking van de bewegingsvrijheid, en opname in een accommodatie. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de verplichte zorg evenredig en effectief is. De machtiging geldt tot en met 17 februari 2025. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. Roose, rechter, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/431078 / FA RK 25-349
Datum uitspraak: 27 januari 2025
Beschikking voortzetting crisismaatregel
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1982 in [geboorteplaats],
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [plaats],
advocaat mr. J.E.S. de Rechter te Hulst.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 24 januari 2025.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 27 januari 2025. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat, mr. J.E.S. de Rechter;
  • de heer [naam], klinisch psycholoog, ook behandelaar van betrokkene.
1.3.
Verder was er een verpleegkundige aanwezig, maar zij is niet gehoord.

2.Wat vaststaat

2.1.
Betrokkene verblijft met een crisismaatregel bij [accommodatie]. De burgemeester van Goes heeft de crisismaatregel op 23 januari 2025 genomen.

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken te verlenen.

4.De standpunten

4.1.
Betrokkene stelt dat het goed met haar gaat. Ze is niet gewend om te kunnen zeggen dat het niet goed met haar gaat, dus dat doet ze dan ook niet. De omstandigheden in de buurt rondom haar huis drijven haar tot wanhoop. Als betrokkene terug naar huis kan, gaat ze op de overlevingsstand. Vanuit de buurt gaan de scheldpartijen en de vernielingen steeds maar door. Het is voor betrokkene moeilijk om de spreekwoordelijke stip op de horizon te zien.
4.2.
De behandelaar van betrokkene geeft aan dat hij de crisismaatregel niet aan had zien komen. Er zat een stijgende lijn in de behandelingen er was een datum voor ontslag afgesproken. De week voor de mondelinge behandeling is er iets veranderd. Het verlof van betrokkene was tegengevallen, ze uitte zich heel suïcidaal en wilde toen onmiddellijk met ontslag. Betrokkene was toen dermate de controle kwijt dat ze een einde aan haar leven wilde maken. Ondanks dat betrokkene zegt dat het goed met haar gaat, heeft betrokkene op dit moment nog steeds expliciete suïcidale gedachten en in het weekend zijn aanzetten tot suïcide pogingen gedaan. Een voortzetting van de crisismaatregel is noodzakelijk om de positieve flow weer terug op te pakken. Ten aanzien van de vormen van verplichte zorg zou de behandelaar graag het toedienen van medicatie, medische controles, beperken van de bewegingsvrijheid, opname en onderzoek aan kleding of lichaam toegewezen zien worden. Dit laatste om te kunnen controleren op bijvoorbeeld strikjes of veters.
4.3.
De advocaat van betrokkene bepleit primair afwijzing van het verzoek. Het is voor betrokkene tot op zekere hoogte fijn om bij [accommodatie] te zijn, maar het zorgt ook voor moedeloosheid. Dit omdat er, ondanks de behandeling en wisseling van medicijnen, niet veel vooruitgang wordt geboekt. Het is voor betrokkene de vijfde crisismaatregel sinds september geweest. Daarvanuit komt de vraag hoe het nu verder dient te gaan met betrokkene, aangezien dat patroon doorbroken moet worden. Subsidiair bepleit de advocaat om bij toewijzing slechts de vormen toe te wijzen die de behandelaar noodzakelijk acht.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van drie weken. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
- levensgevaar.
5.3.
Betrokkene heeft bij haar behandelaar aangegeven zich van het leven te willen beroven. Ze heeft niet meer het gevoel dat het goed gaat komen voor haar. Betrokkene stelt bovendien moe te zijn van het vechten.
5.4.
Vermoed wordt dat het ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, namelijk depressieve stemmingsstoornissen, persoonlijkheidsstoornissen, overige DSM-5 stoornissen en andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn. Bij betrokkene uit dit zich in PTSS, een depressieve stoornis, persoonlijkheidsproblematiek en een vermoedelijk suïcidaal syndroom bij ernstige depressie.
5.5.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht. Betrokkene is ernstig suïcidaal.
5.6.
De rechtbank is op grond van de medische verklaring en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn om het nadeel af te wenden:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- opnemen in een accommodatie.
5.7.
Het onderzoek aan kleding en lichaam wordt alleen toegewezen om de zorgverleners in de gelegenheid te stellen betrokkene te controleren op objecten die betrokkene zou kunnen gebruiken om een suïcide poging te doen. Andere dan de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, aangezien de noodzaak daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling bovendien voldoende heeft toegelicht dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
5.8.
Betrokkene verzet zich tegen de zorg. Zij heeft aangegeven geen voortzetting van de crisismaatregel te willen en met ontslag te willen van de HIC.
5.9.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.10.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en haar omgeving.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1982 in [geboorteplaats], wat inhoudt dat de maatregelen zoals genoemd in 5.6 kunnen worden toegepast;
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
17 februari 2025;
6.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 27 januari 2025 door mr. Roose, rechter, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier, en op schrift gesteld op 10 februari 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.