Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verloop van de procedure
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat, mr. Yeral;
- de heer [naam 1], psychiater;
- de heer [naam 2], afdelingsarts, die ook de behandelaar van betrokkene was.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 januari 2025 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel. De officier van justitie had verzocht om een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken. Betrokkene, geboren in 1994, verblijft momenteel onder deze maatregel en is bijgestaan door haar advocaat, mr. Z. Yeral. Tijdens de mondelinge behandeling zijn ook een psychiater en een afdelingsarts gehoord, die de behandelaar van betrokkene was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene geen acuut psychiatrisch toestandsbeeld vertoont, wat een voorwaarde is voor het verlenen van de gevraagde machtiging. Betrokkene zelf gaf aan dat het goed met haar gaat en dat ze niet begrijpt waarom er zorgen zijn vanuit haar familie. De behandelende artsen bevestigden dat er geen noodzaak is voor voortzetting van de crisismaatregel, en de advocaat pleitte voor afwijzing van het verzoek op basis van het niet voldoen aan de wettelijke vereisten.
De rechtbank heeft in haar beoordeling geconcludeerd dat er geen sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel door een vermoedelijke psychische stoornis. Daarom heeft de rechtbank het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beslissing.