9.Beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 34 dagen, waarvan 30 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 140 uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
70 dagen;
- legt op de maatregel dat verdachte voor de duur van
twee jaren op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer], geboren [1992];
- beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze
vervangende hechtenis bedraagt 1 week voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan,met een maximale duur van zes maanden;
- bepaalt dat toepassing van de vervangende hechtenis de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet opheft.
- beveelt dat de opgelegde maatregel
dadelijk uitvoerbaaris;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer]van
€ 1.000,-aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 8 november 2024 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- wijst het overige gedeelte van de vordering af;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer], € 1.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 8 november 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 20 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- heft op het geschorste bevel voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.P.E. Mullers, voorzitter, en mr. S.W.M. Speekenbrink en mr. R.H.M. Pooyé, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D. van Spelde, griffier,
en is uitgesproken ter de openbare zitting op 10 oktober 2025.
Mr. Mullers is niet in de gelegenheid om dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: De tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 20 september 2024 tot en met 8 november 2024 te [plaats], althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer], door meerdere malen
- berichten te sturen via Facebook en/of WhatsApp en/of Marktplaats en/of
- aan de deur te komen en/of
- contact te zoeken met de ex van die [slachtoffer]
met het oogmerk die [slachtoffer], te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
( art 285b lid 1 Wetboek van Strafrecht )