ECLI:NL:RBZWB:2025:6851

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
10 oktober 2025
Publicatiedatum
10 oktober 2025
Zaaknummer
BRE 24/8524
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Teruggaaf bpm bij uitvoer auto

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 19 november 2024. Belanghebbende heeft verzocht om een teruggaaf van op aangifte betaalde belasting van personenauto’s en motorrijwielen (teruggaaf Bpm). De inspecteur heeft het verzoek afgewezen en geen teruggaaf Bpm verleend. De rechtbank heeft het beroep op 29 augustus 2025 op zitting behandeld, waarbij belanghebbende en de inspecteur aanwezig waren. Namens de inspecteur waren mr. [inspecteur 1], mr. [inspecteur 2] en mr. [inspecteur 3] aanwezig, terwijl belanghebbende bijgestaan werd door [naam].

Belanghebbende heeft op 13 december 2023 een verzoek ingediend om teruggaaf Bpm voor een bedrag van € 23.650 wegens de export van een Land Rover Defender. Bij beschikking van 28 maart 2024 heeft de inspecteur het verzoek afgewezen. De inspecteur heeft het verzoek om teruggaaf Bpm afgewezen omdat de auto tijdelijk in Duitsland geregistreerd zou zijn. Ter zitting heeft de inspecteur zijn standpunt gewijzigd, na vaststelling dat de auto daadwerkelijk naar Duitsland is vervoerd. De inspecteur is het ermee eens dat belanghebbende recht heeft op een teruggaaf Bpm van € 23.650.

De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is en dat belanghebbende recht heeft op een teruggaaf Bpm van € 23.650. De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar en bepaalt dat de inspecteur het griffierecht van € 51 aan belanghebbende moet vergoeden. Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. S.J. Willems-Ruesink, rechter, in aanwezigheid van mr. C.C. van den Berg, griffier, op 10 oktober 2025. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan in hoger beroep worden aangevochten binnen zes weken na verzending.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 24/8524

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 oktober 2025 in de zaak tussen

[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 19 november 2024.
1.1.
Belanghebbende heeft verzocht om een teruggaaf van op aangifte betaalde belasting van personenauto’s en motorrijwielen (teruggaaf Bpm). De inspecteur heeft het verzoek afgewezen en geen teruggaaf Bpm verleend.
1.2.
De rechtbank heeft het beroep op 29 augustus 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben belanghebbende en de inspecteur deelgenomen. Namens de inspecteur waren mr. [inspecteur 1], mr. [inspecteur 2] en mr. [inspecteur 3] aanwezig. Belanghebbende is bijgestaan door [naam].

Feiten

2. Belanghebbende heeft op 13 december 2023 een verzoek ingediend om teruggaaf Bpm voor een bedrag van € 23.650 wegens de export van een Land Rover Defender met [kenteken] (de auto).
2.1.
Bij beschikking van 28 maart 2024 heeft de inspecteur het verzoek afgewezen en geen teruggaaf Bpm verleend.

Beoordeling door de rechtbank

3. De inspecteur heeft het verzoek om teruggaaf Bpm afgewezen omdat volgens hem de auto tijdelijk in Duitsland geregistreerd was. Ter zitting heeft de inspecteur het standpunt gewijzigd gelet op het kennisgroepstandpunt van 10 juni 2025 [1] en nadat hij heeft vastgesteld dat de auto daadwerkelijk naar Duitsland is vervoerd. De inspecteur is het ermee eens dat belanghebbende recht heeft op een teruggaaf Bpm van € 23.650.
3.1.
De rechtbank ziet geen aanleiding anders te oordelen. Dit betekent dat het beroep gegrond is en dat belanghebbende recht heeft op een teruggaaf Bpm van € 23.650.
3.2.
Omdat het beroep gegrond is moet de inspecteur het griffierecht aan belanghebbende vergoeden. Belanghebbende heeft geen proceskosten gemaakt die vergoed kunnen worden.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- bepaalt dat belanghebbende recht heeft op een teruggaaf Bpm van € 23.650;
- bepaalt dat de inspecteur het griffierecht van € 51 aan belanghebbende moet vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. S.J. Willems-Ruesink, rechter, in aanwezigheid van mr. C.C. van den Berg, griffier, op 10 oktober 2025. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Deze uitspraak is in Mijn Rechtspraak geplaatst.
Aan deze uitspraak hoeft pas uitvoering te worden gegeven als de uitspraak onherroepelijk is geworden. De uitspraak is onherroepelijk als niet binnen zes weken na verzending van de uitspraak een rechtsmiddel is aangewend of onherroepelijk op het aangewende rechtsmiddel is beslist. [2]

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch.

Voetnoten

1.Standpunt kennisgroep Auto van 10 juni 2025, KG:013:2025:2.
2.Artikel 27h, derde lid en artikel 28, zevende lid van de AWR.