ECLI:NL:RBZWB:2025:685

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 januari 2025
Publicatiedatum
10 februari 2025
Zaaknummer
C/02/430669 / FA RK 25-146
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Roose
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van betrokkene in verband met psychogeriatrische aandoening

Op 27 januari 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende een verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van betrokkene, geboren in 1944. De rechtbank heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij betrokkene, zijn advocaat mr. S. van de Voorde, de mentor en de casemanager zijn gehoord. Betrokkene verzet zich tegen de opname en stelt dat hij geen hulp nodig heeft, terwijl zijn mentor en casemanager zich ernstige zorgen maken over zijn welzijn en veiligheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychogeriatrische aandoening met een uitgebreide cognitieve stoornis en dat hij geen ziektebesef of -inzicht heeft. Dit leidt tot ernstig nadeel, waaronder financiële schade, verwaarlozing en bedreiging van zijn veiligheid. De rechtbank oordeelt dat opname en verblijf noodzakelijk zijn om dit ernstig nadeel te voorkomen. De machtiging is verleend voor de duur van zes maanden, met de mogelijkheid tot verlenging. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 27 januari 2025, met schriftelijke vastlegging op 10 februari 2025.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/430669 / FA RK 25-146
Datum uitspraak: 27 januari 2025
Beschikking rechterlijke machtiging
op het verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1944 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [plaats] ,
advocaat mr. S. van de Voorde te Middelburg.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 9 januari 2025.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 27 januari 2025. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat, mr. S. van de Voorde;
  • de heer [naam 1] , mentor;
  • mevrouw [naam 2] , casemanager.

2.Het verzoek

2.1.
Het CIZ verzoekt de rechtbank een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf voor de duur van zes maanden te verlenen.

3.De standpunten

3.1.
Betrokkene geeft aan dat hij geen hulp nodig heeft. Hij vindt dan ook niet dat het nodig is om te vertrekken uit zijn woning om opgenomen te worden. Betrokkene betaalt naar eigen zeggen nog alles zelf en het is onterecht dat men zich zorgen om hem maakt.
3.2.
De mentor van betrokkene maakt zich zorgen om betrokkene. Betrokkene heeft veel meegemaakt in het verleden en herbeleeft deze momenten ook. De mentor ziet dat betrokkene de vaardigheden om zelfstandig te wonen verliest. Dat is begonnen met de stroom, waarmee betrokkene aan het rommelen is geweest. Inmiddels is het gas afgesloten. Een dichte meterkast kan niet in de woning geplaatst worden, omdat de brandweer erbij moet kunnen. Betrokkene zit nu in de kou en laat bovendien vaak de achterdeur open staan. Verder heeft betrokkene schulden waardoor er geen investeringen gedaan kunnen worden en er geen reserves zijn voor de toekomst. De mentor stelt daarnaast dat betrokkene zorgmijdend is. Bepaalde mensen van de zorg mogen met momenten zijn huis niet meer binnen en betrokkene is dan minder in beeld. Ook zijn er op somatisch vlak dingen waar de mentor zich zorgen om maakt.
3.3.
De casemanager van betrokkene voegt aan het standpunt van de mentor toe dat betrokkene geen inzicht meer heeft in zijn handelen en de gevaren die zijn handelingen met zich mee brengen. Betrokkene vergeet soms ook te eten, zelfs als dat voor hem wordt klaargemaakt. Uit zichzelf eet hij überhaupt niet. Er is begeleiding voor betrokkene geweest en toen leek de situatie te stabiliseren, totdat betrokkene zelf reparaties aan de meterkast ging uitvoeren.
3.4.
De advocaat van betrokkene bepleit afwijzing van het verzoek. Betrokkene wil gewoon thuis blijven wonen. De situatie met de elektriciteit is vervelend, maar hij redt zich wel. Verder worden de boodschappen bezorgd en worden warme maaltijden verzorgd.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van zes maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
4.2.
De rechtbank is van oordeel dat betrokkene lijdt aan een psychogeriatrische aandoening. Bij betrokkene is er sprake van een uitgebreide cognitieve stoornis. Verder ontbreekt het betrokkene aan ziektebesef of -inzicht.
4.3.
Het gedrag dat voortvloeit uit deze aandoening leidt tot ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
- ernstige financiële schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat betrokkene onder invloed van een ander raakt.
4.4.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene zelf de gasleiding heeft losgemaakt nadat de gaskraan was dichtgedraaid. Uit veiligheidsoverwegingen is daarna het gas buitenshuis afgesloten. Verder verdwijnen er spullen uit het huis van betrokkene, waaronder een elektriciteitsmeter. Dit heeft ertoe geleid dat betrokkene geen elektriciteit in huis heeft. Er is in de woning van betrokkene dus geen verwarming of warm water meer. Na de melding bij de huisarts in 2023 dat er bij betrokkene sprake zou zijn van verwaarlozing, is hij de laatste tijd cognitief verder achteruitgegaan. Zo eet hij slecht, kan hij zelf geen maaltijden klaarmaken en neemt zijn fysieke conditie verder af. Betrokkene is een zeer kwetsbare man en er zijn cognitieve stoornissen in zowel het korte- als langetermijngeheugen.
4.5.
De opname en het verblijf zijn noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Betrokkene verzet zich hier verbaal tegen. Op het moment dat betrokkene het woord ‘verpleeghuis’ hoort, wil hij niet verder in gesprek.
4.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Betrokkene is zorg mijdend en laat de thuiszorg niet altijd binnen. Hij heeft 24-uurs begeleiding en zorg nodig. Zelfs al zou betrokkene de aangeboden hulp accepteren, dan is dit onvoldoende om het ernstig nadeel af te wenden.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
verleent een machtiging tot opname en verblijf voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1944 in [geboorteplaats];
5.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
27 juli 2025.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 27 januari 2025 door mr. roose, rechter, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier, en op schrift gesteld op 10 februari 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.