ECLI:NL:RBZWB:2025:684

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 januari 2025
Publicatiedatum
10 februari 2025
Zaaknummer
C/02/430414 / FA RK 25-30
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Roose
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging voor betrokkene met psychische stoornis en middelenmisbruik

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 januari 2025 een zorgmachtiging verleend voor betrokkene, geboren op [geboortedag] 1985 in [geboorteplaats]. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, gezien de ernstige psychische en lichamelijke problemen van betrokkene, die onder andere voortkomen uit een verslaving aan basecoke. Tijdens de mondelinge behandeling, die plaatsvond met gesloten deuren, zijn betrokkene, zijn advocaat, en verschillende zorgverleners gehoord. Betrokkene gaf aan dat het goed met hem ging en dat hij sinds de jaarwisseling clean was, maar de zorgverleners uitten hun zorgen over zijn verleden van terugvallen in middelenmisbruik en de noodzaak van verplichte zorg.

De rechtbank oordeelde dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, waaronder psychoses en schizofrenie, en dat er sprake is van ernstig nadeel, zoals levensgevaar en ernstige psychische schade. De rechtbank concludeerde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om de geestelijke en fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren. De rechtbank heeft de gevraagde zorgmachtiging verleend, met de mogelijkheid tot het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, indien nodig. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Roose en op schrift gesteld op 10 februari 2025.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/430414 / FA RK 25-30
Datum uitspraak: 27 januari 2025
Beschikking zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1985 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [plaats] ,
advocaat mr. Ph. van Kampen te Goes.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 3 januari 2025.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 27 januari 2025. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
  • de heer [naam 1] , psychiater en ook de behandelaar van betrokkene;
  • de heer [naam 2] , sociaal psychiatrisch verpleegkundige van het FACT-team.

2.Het verzoek

2.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden te verlenen.

3.De standpunten

3.1.
Betrokkene geeft aan dat het op dit moment goed met hem gaat. Hij is geschrokken van het verzoek voor een zorgmachtiging. Dat is voor betrokkene een ‘eyeopener’ geweest en hij is het er mee eens dat hij niet langer door kon gaan op de manier waarop hij dat drie maanden geleden deed. Betrokkene is daarop, samen met [organisatie] , aan de slag gegaan om van zijn verslaving af te komen. Betrokkene stelt dat hij sinds de jaarwisseling clean is van basecoke en dat zijn verlangen daarnaar weg is. Hij ziet nu in dat de situatie waar hij drie maanden geleden in zat een gevaarlijk was voor zijn gezondheid en de kwaliteit van zijn leven. Betrokkene erkent dat de situatie nog pril is, maar hij wil het volhouden. Niet alleen voor zichzelf, maar ook voor zijn ouders. Betrokkene haalt veel steun uit het netwerk om hem heen. Hij geeft aan open te staan voor een opname omdat hij vindt dat hij nog veel te redden heeft. Betrokkene vindt een zorgmachtiging overdreven en wil het liefst de regie in eigen handen houden. Hij heeft aan zichzelf gewerkt en wil dat dat meegenomen wordt bij de beoordeling. Betrokkene wil niet terug vallen, maar weet dat verslaving hardnekkig is. Hij bekijkt zijn situatie van dag tot dag en wil ‘vandaag’ steeds clean zijn.
3.2.
De SPV’er vertelt dat hij regelmatig bij betrokkene thuis komt en dat hij merkte dat ze op bepaalde zaken vastliepen. Betrokkene wil zijn drugsgebruik achter zich laten en zegt het licht te hebben gezien, maar dat heeft de SPV’er vaker van betrokkene gehoord. Op de lange termijn lukt het betrokkene vervolgens niet om te stoppen. Betrokkene gebruikt dermate veel basecoke dat de zorgen om hem zijn gegroeid, zowel op psychisch als op lichamelijk vlak. De zorgmachtiging is aangevraagd zodat de behandelaren het van betrokkene over kunnen nemen als het met momenten niet goed gaat met betrokkene. De realiteit is wel dat er wachtlijsten zijn voor de klinieken waar betrokkene eventueel naartoe zou gaan. Daardoor kan de situatie niet nog een tijdje aangekeken worden. Als de optie voor opname er niet is, dan is de SPV’er bang dat de situatie van betrokkene wisselend en ongrijpbaar blijft, omdat betrokkene op eigen kracht niet helemaal over zijn verslaving heen komt. Sinds de aanvraag voor een zorgmachtiging is ingediend, merkt de SPV’er wel dat betrokkene zijn behandelaren wil laten zien dat hij het zelfstandig kan.
3.3.
De behandelaar van betrokkene stelt dat het verzoek is ingediend uit onmacht. Betrokkene heeft al veel verloren en heeft ook nog veel te verliezen. Hij heeft een sterk steunsysteem, maar ook dat is niet eeuwig en kan “op” gebruikt worden. Betrokkene heeft meerdere psychische problemen en zijn lichaam geeft alarmsignalen dat het de situatie niet meer aankan. Het is niet te zeggen wanneer het daadwerkelijk te laat is om nog iets te doen. Dat kan morgen zijn, maar ook pas over tien jaar. De behandelaar geeft wel aan dat het lichaam van betrokkene het op elk moment kan begeven. Betrokkene heeft zijn hart op de goede plek en verdient een poging waarbij alles op alles gezet wordt om hem van de drugs af te houden. De behandelaar gelooft betrokkene wanneer hij zegt zelf ook te willen stoppen, maar betrokkene is al vaak teruggevallen. Als betrokkene terugvalt komt hij in levensgevaarlijke situaties terecht, met dealers en geld dat hij eigenlijk niet heeft. Als de zorgmachtiging wordt afgegeven, wordt betrokkene aangemeld bij klinieken buiten de regio die de complexe problematiek van betrokkene herkennen, maar het zal dan een tijd duren voordat hij daadwerkelijk opgenomen wordt. De behandelaar benadrukt dat als betrokkene in de tussentijd heeft laten zien dat hij het zonder opname kan volhouden, dat de aanmelding dan altijd nog ingetrokken kan worden. Op dit moment is betrokkene niet in gebruik en heeft hij zijn depot, wat goed werkt. Daarmee is de situatie nu volledig onder controle, maar verslaving kan heel hardnekkig zijn en de behandelaar acht de kans groot dat de verslaving bij betrokkene de baas is. Betrokkene is het niet eens met de psychiatrische problemen, maar dat is geen probleem. Op het moment dat betrokkene langere tijd geen drugs heeft gebruikt wil de behandelaar dan ook proberen om te minderen met medicatie. Dat is wel iets voor op de lange termijn, omdat de behandelaar dit als een levensreddende operatie beschouwt. Betrokkene moet in leven en intact gehouden worden. De behandelaar is bang dat als er geen zorgmachtiging komt, dat betrokkene een keer dood achter zijn eigen voordeur aangetroffen wordt. Desgevraagd geeft de behandelaar aan dat betrokkene in zijn ogen niet narcistisch is. Betrokkene heeft wel last van grootheidswanen. De wereld erkent en herkent niet hoe bijzonder betrokkene in zijn eigen optiek is. Zonder het antipsychoticum dat hij op dit moment krijgt, heeft betrokkene veel sterker het idee dat hij heel bijzonder is. Dat gaat gepaard met een stijgende onvrede en frustratie. Ten aanzien van het ziektebesef is de behandelaar van mening dat eerder sprake is van een reactie van betrokkene om zich uit een nare situatie te redden, maar dat dit nog geen blijk geeft van ziektebesef. Daarop aansluitend benadrukt de behandelaar nogmaals dat betrokkene al eerder abstinent is geweest, maar dat hij toch in de huidige situatie is beland.
3.4.
De advocaat van betrokkene vindt het verhaal van de behandelaar indrukwekkend en kan daar in meegaan als hij er met een niet-juridische bril naar kijkt. Betrokkene wil een zorgmachtiging afwenden, zelfs als daarvoor een opname nodig is. Het is een paradoxaal dilemma dat de aanvraag voor een zorgmachtiging al helpend is. Dat betekent echter niet dat de advocaat gaat vragen om een zorgmachtiging. Hij zet vraagtekens bij het verzet. In de medische verklaring staat genoteerd dat het ziektebesef en -inzicht bij betrokkene ontbreken. De advocaat heeft daar zijn twijfels over, na alles wat hij heeft gehoord en gezien. Verder geeft de advocaat aan dat hij het als persoon niet wil zien dat betrokkene na het afwijzen van een zorgmachtiging dood in zijn eigen huis wordt gevonden, maar als advocaat staat hij daar anders in. Een zorgmachtiging is niet zaligmakend en dan zouden het ziektebesef en de bereidheid van betrokkene om geholpen te willen worden een rol spelen. Daarmee zou een afwijzing van het verzoek niet misstaan. Als betrokkene dan achter zijn deur gevonden wordt, is het de hoop dat hij opgeknapt kan worden, en dan moet er een crisismaatregel komen. Het primaire standpunt van de advocaat is afwijzing van het verzoek. Subsidiair dient een opname alleen in crisissituaties ingezet te worden en moet in de beschikking niet opgenomen worden dat betrokkene narcistisch is.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van zes maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
4.2.
De rechtbank is van oordeel dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis. Uit de stukken blijkt dat sprake is van psychoses, deels vanuit middelenmisbruik en deels vanuit schizofrenie. Verder zijn er psychosociale problemen. Dat sprake is van een narcistische persoonlijkheidsstoornis, is niet gebleken.
4.3.
Deze stoornis veroorzaakt ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- maatschappelijke teloorgang;
- bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat betrokkene onder invloed van een ander raakt.
4.4.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene bekend is met een patroon van (terugvallen) in basecoke-misbruik. Betrokkene heeft hierdoor naast psychosociale problemen en problemen in verband met maatschappelijke teloorgang, ook somatische complicaties opgelopen. Hij heeft een verminderde longfunctie en een chronische ontsteking van de bijholtes. Deze somatische klachten nemen levensgevaarlijke proporties aan. Zonder aangepaste zorg is de verwachting verder dat de teloorgang bij betrokkene steeds verder toeneemt, met verlies van overzicht en controle over zijn leven.
4.5.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.
4.6.
Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis. Hoewel betrokkene tijdens de mondelinge behandeling aangeeft open te staan voor een opname, was dit ten tijde van het opstellen van de medische verklaring en het zorgplan (op nog niet het geval. Daarnaast stelt de rechtbank vast dat er een patroon te zien is waarbij betrokkene in de thuissituatie steeds terugvalt als het gaat om middelengebruik. Het is hem nog nooit gelukt om in de thuissituatie clean te blijven. Hoewel de rechtbank ziet dat betrokkene het dit keer echt anders wil doen en clean wil blijven, gunt de rechtbank betrokkene het vangnet van de zorgmachtiging als het toch niet zou lukken. De rechtbank concludeert dan ook dat de vrijwilligheid van betrokkene niet consistent genoeg is om een behandeling te laten slagen. Daarom is verplichte zorg nodig. De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, de visie van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat in ieder geval de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
4.7.
Daarnaast acht de rechtbank ook de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk indien sprake is van decompensatie van het toestandsbeeld van betrokkene en/of het ernstig nadeel niet langer in het ambulante kader kan worden afgewend:
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- opnemen in een accommodatie.
4.8.
De rechtbank wijst er in dit kader op dat zowel de behandelend psychiater als de SPV’er tijdens de mondelinge behandeling in dit kader het volgende hebben aangegeven. De aanmelding voor een opname zal weliswaar in gang worden gezet in verband met wachtlijstproblematiek, maar het feit dat er wachtlijsten zijn, geeft betrokkene de tijd om te laten zien dat hij clean kan blijven en dat een opname (alsnog) niet nodig is.
4.9.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.10.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
verleent een zorgmachtiging voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1985 in [geboorteplaats] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in 4.6 en 4.7 kunnen worden getroffen;
5.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
27 juli 2025.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 27 januari 2025 door mr. Roose, rechter, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier, en op schrift gesteld op 10 februari 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.