Op 9 oktober 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een zaak betreffende de zorgregeling en het gezag over een minderjarige, geboren op 3 oktober 2013. De zaak is gestart door de minderjarige zelf, die via een e-mail aan de rechter zijn wensen heeft geuit over de zorgregeling en het gezag van zijn vader. De minderjarige heeft aangegeven zich niet veilig te voelen bij zijn vader en heeft verzocht om aanpassing van de zorgregeling, die in het ouderschapsplan is vastgelegd. De ouders van de minderjarige, die in het verleden gehuwd zijn geweest, hebben samen het gezag over hem. De moeder heeft een procedure gestart om het gezag te wijzigen, en de rechtbank heeft besloten dat de aanvraag van de minderjarige om een beslissing over het gezag en de zorgregeling niet in behandeling zal worden genomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een hulpverleningstraject voor de ouders en de minderjarige moet komen, en dat de wensen van de minderjarige in de procedure van de moeder zullen worden meegenomen. De rechtbank heeft de minderjarige in een brief geïnformeerd over de beslissing en het vervolg van de procedure. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. Dijkman, rechter en kinderrechter, in aanwezigheid van de griffier mr. Vork.