Uitspraak
- de akte overleggen producties van [gedaagde] .
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 augustus 2025, betreft het een executiegeschil tussen [eiser], vertegenwoordigd door mr. R.H.W. van Ewijk, en [gedaagde], vertegenwoordigd door mr. J.J.A. Braspenning. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er geen aanleiding is om de executie van het vonnis te schorsen. De eiser heeft geen beroep gedaan op de nietigheid van de dagvaarding, en de kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding op het juiste adres is betekend. De belangenafweging valt in het voordeel van de executant uit, omdat de eiser niet heeft aangetoond dat er sprake is van een restitutierisico. De kantonrechter heeft de vorderingen van de eiser afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 678,00. De uitspraak is gedaan in het openbaar en is uitvoerbaar bij voorraad.