Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
ex artikel 530 Svten laste van de Staat voor een bedrag van:
- € 830,24, voor vergoeding van kosten rechtsbijstand;
- € 340,00 als forfaitaire vergoeding voor het opstellen en indienen van het verzoekschrift dan wel € 680,00 bij behandeling van het verzoekschrift in raadkamer;
- de aantekening van het mondelinge vonnis van de kantonrechter van 8 juli 2024 waarbij verzoeker is vrijgesproken;
- de schriftelijke reactie van het Openbaar Ministerie;
- de overige stukken in het raadkamerdossier.
2.De beoordeling
€ 415,24is in voldoende mate onderbouwd en komt de rechtbank billijk voor. De rechtbank zal dit bedrag toewijzen.
€ 340,00zal toekennen per zaak.
3.De beslissing
€ 755,24zal worden overgemaakt op [rekeningnummer] ten name van Van Aken Legal Advocatuur te Geertruidenberg onder vermelding van het kenmerk “[verzoeker] /Schadevergoeding 20240102”.