Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- het klaagschrift op grond van artikel 552a Sv, ingediend op 4 oktober 2024 ter griffie van deze rechtbank;
- de kennisgeving van inbeslagneming op grond van artikel 94 Sv, waaruit blijkt dat op 3 september 2024 onder klager, in zijn woning en in zijn voertuig in het strafvorderlijk onderzoek tegen hem de volgende gegevensdragers in beslag zijn genomen:
- de schriftelijke reactie van het Openbaar Ministerie en
- de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
2.De beoordeling
3.De beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).