ECLI:NL:RBZWB:2025:6626
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot proceskostenvergoeding in belastingzaak betreffende onroerendezaakbelasting
Op 2 oktober 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een belastingzaak tussen een belanghebbende en de heffingsambtenaar van de gemeente Geertruidenberg. De zaak betreft een verzoek van de belanghebbende om de heffingsambtenaar te veroordelen in de kosten van bezwaar en beroep, gerelateerd aan een waardebeschikking en een aanslag onroerendezaakbelasting met dagtekening 23 februari 2024. De belanghebbende trok zijn beroep in tegen de uitspraak op bezwaar van 4 juni 2024, omdat hij het eens was geworden met de heffingsambtenaar over de waarde van het onroerend goed. De rechtbank beoordeelt of de heffingsambtenaar geheel of gedeeltelijk aan de belanghebbende is tegemoetgekomen en of er recht bestaat op proceskostenvergoeding. De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar gedeeltelijk tegemoet is gekomen aan de beroepsgronden van de belanghebbende, waardoor deze recht heeft op een vergoeding van de kosten voor het instellen van beroep. De rechtbank kent een vergoeding toe voor de kosten in bezwaar en beroep, evenals het griffierecht. De totale kostenvergoeding voor de belanghebbende bedraagt € 451,76 voor de bezwaarfase en € 90,70 voor de beroepsfase, met een griffierecht van € 51. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.