ECLI:NL:RBZWB:2025:6596
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbreken machtiging en gronden
Op 1 oktober 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen [belanghebbende] B.V. en de inspecteur van de Belastingdienst, met zaaknummer BRE 24/7001. Het beroep van belanghebbende betreft de aanslag vennootschapsbelasting over het jaar 2019. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de gestelde gemachtigde geen machtiging, geen uittreksel van inschrijving in het handelsregister en geen gronden heeft ingediend. Dit is in strijd met de vereisten van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waardoor de rechtbank zonder zitting uitspraak kon doen.
De rechtbank heeft de gemachtigde meerdere keren in de gelegenheid gesteld om de verzuimen te herstellen, maar deze heeft geen actie ondernomen. De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.