ECLI:NL:RBZWB:2025:6577

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
1 oktober 2025
Publicatiedatum
1 oktober 2025
Zaaknummer
AWB-24_7034
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van WOZ-waarde en proceskostenvergoeding in belastingzaak

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedaan op 1 oktober 2025, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar beoordeeld. De heffingsambtenaar had eerder het bezwaar van de gemachtigde van de belanghebbende tegen de WOZ-beschikking voor het jaar 2024 ongegrond verklaard, maar het bezwaar van de belanghebbende zelf werd gegrond verklaard, met een vastgestelde WOZ-waarde van € 366.000. De rechtbank heeft op 20 augustus 2025 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigde van de belanghebbende en de heffingsambtenaar vertegenwoordigd door mr. A.K. Bisoen aanwezig waren.

De belanghebbende is eigenaar van een hoekwoning uit 1959, met diverse uitbreidingen en zonnepanelen. Tijdens de zitting bleek dat de waarde van de woning niet meer in geschil was, maar dat er nog een geschil bestond over de proceskostenvergoeding. De rechtbank oordeelde dat het beroep gegrond was en dat de heffingsambtenaar het door de belanghebbende betaalde griffierecht van € 51 moest vergoeden, evenals de proceskosten. De rechtbank berekende de proceskostenvergoeding op € 777, rekening houdend met de Wet herwaardering proceskostenvergoedingen en de relevante artikelen van de Wet WOZ.

De uitspraak werd gedaan door mr. V.A. Burgers, in aanwezigheid van griffier mr. W.M.C. Oomen, en werd openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar van 28 augustus 2024, en bepaalde de WOZ-waarde van de woning op € 366.000, met een overeenkomstige vermindering van de aanslag OZB. Tevens werd de heffingsambtenaar veroordeeld tot betaling van de proceskosten en het griffierecht aan de belanghebbende.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 24/7034

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 oktober 2025 in de zaak tussen

[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,

(gemachtigde: mr. R.W.B. van Middelaar),
en

de heffingsambtenaar van de gemeente Gilze en Rijen, de heffingsambtenaar.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 28 augustus 2024 dan wel uitspraak op bezwaar van 17 december 2024. Zowel belanghebbende zelf als het Eerlijke WOZ bureau hebben namelijk een bezwaarschrift ingediend op 4 maart 2024.
1.1.
De heffingsambtenaar heeft het bezwaar van gemachtigde tegen de WOZ-beschikking voor het jaar 2024 ongegrond verklaard. Het bezwaar van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar vervolgens gegrond verklaard. De heffingsambtenaar heeft daarbij de WOZ-waarde vastgesteld op € 366.000.
1.2.
De rechtbank heeft het beroep op 20 augustus 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van belanghebbende en namens de heffingsambtenaar mr. A.K. Bisoen.

Feiten

2. Belanghebbende is eigenaar van de woning. Het is een hoekwoning (bouwjaar 1959) met een woonoppervlakte van 89 m² exclusief vrijstaande garage (48 m²), twaalf zonnepanelen, dakkapel, aanbouw woonruimte (18 m²), serres (10 en 24m²), aangebouwde berging/ schuur (7 m²) en carport (13 m²) op een perceel van 329 m².

Beoordeling door de rechtbank

3. Ter zitting is gebleken dat de waarde van de woning niet meer in geschil is. Tussen partijen is uitsluitend nog de beoordeling over de proceskostenvergoeding in geschil.
4. Gezien het voorgaande is het beroep gegrond. Omdat het beroep gegrond is moet de heffingsambtenaar het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 51 aan belanghebbende vergoeden. Belanghebbende krijgt ook een vergoeding van zijn proceskosten. De heffingsambtenaar moet deze vergoeding betalen. De vergoeding is met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht als volgt berekend. Voor de rechtsbijstand door een gemachtigde krijgt belanghebbende een vast bedrag per proceshandeling. Belanghebbende heeft recht op 1 punt voor het bezwaarschrift en 1 punt voor het bijwonen van de hoorzitting, met een waarde van € 647, 1 punt voor het beroepschrift en 1 punt voor het bijwonen van de zitting, met een waarde van € 907. De aanslag dateert van 28 februari 2024 en de uitspraak op bezwaar van 28 augustus 2024. De Wet herwaardering proceskostenvergoedingen en artikel 30a, eerste en tweede lid van de Wet WOZ zijn daarom van toepassing. Met inachtneming van de vermenigvuldigingsfactor voor de bezwaarfase en beroepsfase van respectievelijk 0,25 en 0,25 bepaalt de rechtbank de te betalen proceskostenvergoeding op € 777. Ter zitting heeft gemachtigde aangegeven geen vergoeding te vragen voor het ingebrachte taxatierapport.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt de uitspraak op bezwaar van 28 augustus 2024;
  • vermindert de WOZ-waarde van de woning tot een bedrag van € 366.000;
  • vermindert de aanslag OZB dienovereenkomstig;
  • veroordeelt de heffingsambtenaar tot betaling van € 777 aan proceskosten aan belanghebbende;
  • bepaalt dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 51 aan belanghebbende moet vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. V.A. Burgers, rechter, in aanwezigheid van mr. W.M.C. Oomen, griffier, op 1 oktober 2025 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Deze uitspraak is in Mijn Rechtspraak geplaatst.

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch.